Debora Gompers was een dochter van de diamantbewerker en souffleur Mozes Levie Gompers en van Sara de Solla, beiden uit Amsterdam. Debora was ook in Amsterdam geboren, op 19 september 1867 in een gezin van totaal zeven kinderen. Dat waren Rosetta, Rachel, Levie - ook wel Louis genoemd, Marianne, Elisabeth - ook Elise genoemd, Isaac en Debora zelf, allen geboren te Amsterdam maar later doorgaans woonachtig in Antwerpen.
Debora Gompers trouwde op 22 februari 1893 in Amsterdam met Gerson da Cunha, doorgaans Gerrit genoemd, kapper van beroep, die op 15 augustus 1861 als zoon van de kapper Abraham Mozes da Cunha en Abigael Binger in Amsterdam geboren werd. Debora was toen 25 jaar en Gerrit 31 jaar oud.
Gerrit da Cunha was geboren in een gezin met in totaal tien kinderen en woonde met zijn ouders, broers en zussen op verschillende adressen in Amsterdam maar vanaf december 1890 woonde Gerrit zelfstandig op de Nieuwe Achtergracht 19. Nadien verbleef hij enige tijd in Antwerpen maar keerde op 2 januari 1893 terug in Amsterdam op zijn oude adres.
Nadat Gerrit in februari met Debora Gompers was getrouwd, kwam zij bij hem inwonen; zij kregen twee kinderen, t.w. Mozes op 17 oktober 1893 en op 21 oktober 1895 Abigail, beiden geboren in Amsterdam, maar Abigail overleed echter op 31 mei 1896, slechts 7 maanden oud en werd begraven op Beth Haim, de Portugees Israëlitische begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel.
Op 18 april 1899 overleed Gerson (Gerrit) da Cunha in Amsterdam en hij werd op 20 april 1899 begraven op de Portugees Israelitische Begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk aan den Amstel. Daarna hertrouwde Debora Gompers op 21 September 1904 met de 38-jarige Israël Sealtiel, weduwnaar van Betje Koort, die op 25 augustus 1866 geboren was als zoon van David Sealtiel en Sara da Sousa Pimentel. Israël Sealtiel werkte toen als reiziger in sigaretten en Debora Gompers was toen kraamverpleegster.
In 1906 vertrok het echtpaar Sealtiel-Gompers met zoon Mozes da Cunha naar Antwerpen waar zij woonden in de Lange Vanneaustraat 126 en in 1907 woonden zij in de Van Spangenstraat 2 met ook enkele kinderen uit Israël’s eerste huwelijk met Betje Koort. Het huwelijk van Israël Sealtiel en Debora Gompers bleek echter geen stand te houden; op 19 juni 1916 vertrok Debora naar Groningen, waar zij tot 25 januari 1917 werkte als kraamhulp en verpleegster en woonde daar op de Kerklaan 103. Haar echtgenoot Israël Sealtiel verbleef nog in Antwerpen en in Amsterdam o.a. bij zijn jongste dochter uit zijn eerste huwelijk met Betje Koort, Rebecca Sealtiel, die met Adolf Hijman is gehuwd. Uiteindelijk volgt de echtscheiding in Amsterdam op 18 oktober 1918.
Op 23 oktober 1917 werd Debora van Groningen uitgeschreven naar Amsterdam waar zij korte tijd terecht kon bij haar moeder en weduwe van Levie Gompers, Sara de Solla. Toen Debora daarna in de Zwanenburgerstraat 26 woonde, kwam ook haar zoon Mozes met zijn gezin terug in Amsterdam en woonde bij haar in. Hij woonde gelijk met zijn moeder in Groningen en terug in Amsterdam woonden zij samen nog op verschillende andere adressen in de stad.
Debora Gompers vertrok op 12 juli 1928 weer naar Antwerpen, en woonde daar in de Carnotstraat 121, en ook haar zoon met zijn twee dochters Bertha en Gerritdina volgde haar naar de Carnotstraat in Antwerpen. Hij was inmiddels in november 1927 gescheiden van zijn Belgische vrouw.
Twee jaar later, op 21 juli 1930 vertrokken Debora Sealtiel-Gompers, haar zoon Mozes da Cunha en zijn twee dochters weer uit Antwerpen naar Nederland en gingen naar Hilversum. In september 1935 verhuisde Debora naar de François Valentijnstraat 91 in Den Haag, waar ook haar zoon Mozes met zijn dochters Bertha en Gerritdina naar toe verhuisd waren. Die beide dochters hebben uiteindelijk de Holocaust overleefd; zij waren gemengd gehuwd.
Debora Gompers kwam in 1941 of 1942 in den Haag nog terecht in een rusthuis in de Van den Boschstraat 111. Haar officiële adres was overigens nog altijd de François Valentijnstraat 91. Op 19 februari 1943 werd zij naar Westerbork afgevoerd en op 23 Februari gedeporteerd naar Auschwitz. Daar werd zij bij aankomst op 26 februari 1943 onmiddellijk vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau.
Bronnen o.a. Antwerpse Vreemdelingen Dossiers 62016 image 193-199 voor Debora Gompers en nr. 200878 image 566-572 voor Mozes da Cunha; Stadsarchief Amsterdam, overgenomen delen voor Mozes da Cunha 1810, Abraham da Cunha 1826, Gerson da Cunha 1861 en Israel Sealtiel 1866; Gezinskaarten Amsterdam voor Israel Sealtiel 1866, Debora Gompers 1867 en Mozes da Cunha 1893; Gemeente Archief Den Haag, registraties Bevolkingsregister voor Debora Gompers en Mozes da Cunha en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Debora Gompers.