Samuël Sealtiel, de 2e zoon van Israël Sealtiel en Betje Koort, was geboren op 23 October 1885 in Amsterdam. Hij was slager van beroep en woonde na zijn huwelijk op 6 Maart 1913 met Raatje Gobets in de Camperstraat 48 I in Amsterdam. Raatje was een dochter van Eliazer Gobets en Hanna Worms. Voor zover bekend had het echtpaar Sealtiel-Gobets geen kinderen.
Bij het overlijden van Betje Koort op 13 Januari 1903, omvatte het gezin Sealtiel nog vijf van de zeven kinderen die er geboren waren, t.w. David (1883), Samuël (1885), Rebecca (1889), Marianne (1893) en Aron (1896). De beide meisjes Sara (1888-1889) en Marianna (1888-1888)) stierven al zeer jong; Sara werd 1 ½ jaar oud en Marianna slechts 3 weken. Hun tweede dochter Marianne overleed als 1e echtgenote van Bernard van Adelsbergen op 15 September 1916 en liet twee kinderen achter, Lisabeth en Mozes.
Samuël Sealtiel was “gesperrt” door de Joodse Raad. Per 29 Juni 1942 was hij administrateur groentedistributie bij de Fa. de Hond in de Weesperstraat 84. Daardoor was ook zijn echtgenote Raatje Gobets tot nader order vrijgesteld van deportatie. Echter toen eind Mei 1943 alle vrijstellingen door de Duitsers als vervallen werden verklaard, hebben Samuël en Raatje mogelijk pogingen ondernomen om nog onder te duiken. Dat is kennelijk niet gelukt, want op 29 Juni 1943 werden zij beiden gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork, waar zij in de strafbarak 67 werden opgesloten. Aan de grote en in het geheim voorbereidde razzia van 20 Juni 1943 hebben zij nog weten te ontsnappen.
Vanuit Westerbork werden Samuël Sealtiel en zijn echtgenote Raatje Sealtiel-Gobets op 6 Juli 1943 op transport gesteld naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 9 Juli 1943 werden zij beiden onmiddellijk in de gaskamers vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Samuël Sealtiel en Raatje Gobets; website wiewaswie.nl/huwelijk Sealtiel x Gobets en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Samuël Sealtiel en Raatje Sealtiel-Gobets.