Het is geen toeval dat Ludwig Heinemann, zijn vrouw en zijn moeder op dezelfde dag zijn overleden. Zij zijn tegelijk getroffen door een bom van de RAF. Van Ludwig Heinemann is niets aangetroffen, zo meldde de Goudse politie. Hij werd als vermist aangemerkt.
Aan dit bombardement is weinig ruchtbaarheid gegeven. De Britten waren er niet trots op en de Duitsers wilden niet graag toegeven dat zij het bombardement niet hadden weten te voorkomen.
In de nacht van 12 op 13 juni 1941 worden om 01.50 uur 2 bommen op Gouda afgeworpen. De eerste bom komt terecht in het plantsoen aan de Goejanverwelledijk en Fluwelensingel, achter de wielrijdersbank. Deze bom richt voornamelijk schade aan, aan het plantsoen en de bestrating van de Goejanverwelledijk. Als gevolg van deze explosie is ook schade ontstaan aan daken en ramen van woningen in de omgeving.
De tweede bom valt op de woning Krugerlaan nr. 53. De woningen aan de Krugerlaan nrs. 51, 53 en 55 raken hierbij zwaar beschadigd en er vallen diverse gewonden. Kort na de explosie explodeert de gasleiding van de getroffen woningen waardoor er brand uitbreekt. (uit Definitief rapport Vooronderzoek Revitalisering gemeente Gouda: CE-bodembelastingkaart 24 februari 2011)
Verhaal
Joodse vluchtelingen in 1941 slachtoffers van Brits bombardement in Gouda
De ravage van de bom op Krugerlaan 53, waar Ludwig Heinemann, zijn vrouw en zijn moeder zijn omgekomen.