Esther Schelvis, een dochter van Benedictus Schelvis en Eva Italiaander, trouwde op 6 Juni 1906 in Amsterdam met Nathan Hakker, een zoon van Hijman Hakker en Sientje de Klijn. Esther en Nathan waren beiden in Amsterdam geboren: zij op 9 April 1888 en hij op 4 December 1887. Nathan Hakker verdiende zijn brood als venter en handelaar in groente en fruit en bezat later een eigen groente- en fruitzaak in de Amsterdamse Beethovenstraat.
Tussen 1906 en 1923 werden in het gezin Hakker-Schelvis tien kinderen geboren: op 31 Augustus 1906 kwam hun eerste kind, Sientje, gevolgd op 30 September 1907 door Eva. Daarna kwam hun zoon Hijman op 1 Mei 1909 waarop op 10 September 1911 Betje volgde. Daarna werd op 12 September 1913 Leentje geboren, en op 17 October 1915 volgde de tweeling Grietje en Reintje. Op 25 Juli 1917 kwam Benjamin ter wereld, op 16 Augustus 1920 Marianna en als laatste werd op 8 Juli 1922 Salomon geboren.
Nadat Esther en Nathan in Juni 1906 getrouwd waren, woonden zij in de Batavierstraat 77, maar verhuisden begin September 1909 naar de Jodenbreestraat 15 II, waar zij zo’n 17 jaar hebben gewoond. Pas op 26 Maart 1926 werd er opnieuw verhuisd, nu naar de Moddermolensteeg 7 huis en zes jaar later, op 2 October 1930 betrokken zij een woning in de Krugerstraat 27 I in de Transvaalbuurt in Amsterdam-Oost. Op 23 Augustus 1939 betrokken zij een huis in de Beethovenstraat, nr. 58 huis, waar Nathan zijn winkel in groente en fruit bezat.
Van de tien kinderen Hakker waren er in Mei 1942 al negen getrouwd. Alleen Marianna woonde nog thuis. Zij was verloofd met Wolf Lesgever, een zoon van Salomon Lesgever en Grietje Gompers uit de Jodenbreestraat 75 die op 11 Augustus 1920 was geboren, maar al op 20 Augustus 1941 in Mauthausen was vermoord. Daarom woonde zij nog thuis bij haar ouders in de Beethovenstraat. Zij werd een jaar later, op 10 Augustus 1942 vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd waar zij op 23 September 1942 werd vermoord.
De jongste van de kinderen, Salomon uit 1922, die op 14 April 1942 getrouwd was met Anna Peeper uit de Pretoriusstraat 95 woonde na zijn huwelijk in bij zijn vrouw en schoonouders Barend Peeper en Grietje Frank. Salomon Hakker en zijn vrouw Anna werden samen op 14 Augustus 1942 naar Auschwitz gedeporteerd. Na de oorlog is hebben de Nederlandse Autoriteiten vastgesteld, dat zij beiden daar op 30 September 1942 zijn vermoord.
Twee weken nadat hun zoon en schoondochter gedeporteerd waren, verhuisden Nathan Hakker en zijn vrouw Esther Schelvis nog een laatste keer: op 1 September 1942 werd hun adres Kromme Mijdrechtstraat 14 I in Amsterdam-Zuid. Door zijn werk als groente- en fruithandelaar kreeg Nathan eind Juni 1942 een functie als controleur bij de groentedistributie van de Joodse Raad op de Nieuwe Keizersgracht 58 en daardoor uitstel van deportatie. Ook zijn vrouw Esther werd ook voorlopig van deportatie vrijgesteld.
Echter op Zondag 20 Juni 1943 hielden de Duitsers een grote en in het geheim voorbereide razzia, waarbij Amsterdam-Zuid en Oost (Transvaalbuurt) werden afgesloten om de nog niet gedeporteerde Joodse bewoners alsnog weg te voeren. Meer dan 5500 Joden werden opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waaronder ook Nathan Hakker en zijn vrouw Esther Schelvis. In Westerbork kwam Nathan in barak 71 terecht en Esther in barak 65. Ruim een week later, op 29 Juni werden beiden op transport gesteld naar Sobibor, en bij aankomst aldaar op 2 Juli 1943 direct in de gaskamers vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Nathan Hakker, archiefkaarten Nathan Hakker en Esther Schelvis; woningkaarten Amsterdam/Krugerstraat 27 en Beethovenstraat 58;website Memorial & Museum Auschwitz-Birkenau/Auschwitz Prisoners/Marianna Hakker; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Nathan Hakker, Esther Schelvis, Marianna Hakker, Salomon Hakker en Anna Peeper; een aanvulling uit December 2012 door Nathan Hakker uit Israël en een toevoeging van een bezoeker van de website.