Lieve Godschalk,
Ik wil zo graag iets schrijven over wie je was, wat je bewoog. Waar droomde je over?
Dit is wat ik van je weet. Je bent de broer van mijn opa Gerrit.
Je bent de zoon van Willem en Roosje en je bent genoemd naar de vader van je moeder: Godschalk. Godschalk Berlijn, hij werd 90 jaar, en dat werd groots gevierd, wat moet hij geliefd geweest zijn. Een grote man om naar genoemd te zijn. Maakte dat je trots? Hield je van je opa? Je had een 5 jaar jongere neef die ook naar je opa genoemd was.
Je groeide op als oudste in een gezin van 5 kinderen. Je was al 16 toen je broertje David geboren werd.
Je foto zie ik. Die stond op je identiteitsbewijs. Na je dood heeft je broer Gerrit dit identiteitsbewijs gekregen. En zo kreeg ik het weer door. Hoe kwam hij hier aan?
Op 7 oktober 1937 trouwde je met een Rotterdamse: Esther Liebe Marie Cahn. Hoe hebben jullie elkaar ontmoet? Op jullie huwelijkscertificaat sta jij vermeld als magazijnmedewerker, reeds woonachtig in Rotterdam. Je ouders waren bij het burgerlijk huwelijk niet aanwezig, maar hadden wel vooraf toestemming gegeven. Hebben jullie het nog gevierd?
De getuigen bij je huwelijk waren Elias Ossendrijver en Israel Chaim Cahn: deze laatste was een oom van je bruid.
Je bent bij Esther Liebe Marie en haar ouders in Rotterdam gaan wonen. En bij haar broertje: Arthur Abraham. Hij was pas 13 jaar oud toen jullie trouwden. Hoe was jullie relatie? Wat deden jullie samen?
2 Kinderen kregen jullie. Ronny en Marion. Ronny was de oudste. 2 Maanden na jullie huwelijk werd hij reeds geboren. Een blakende jongen? 3 Jaar later kwam Marion. Was de familie toen compleet, of hadden jullie nog meer kinderen gewild?
Hoe voelde je je, als jonge vader in Rotterdam? Je had een heel eigen leven opgebouwd. Los van je gezin van herkomst: ging je nog vaak naar ze toe, in Amsterdam? Of was je helemaal thuis, daar in het Liskwartier in Rotterdam? Het was een intieme wijk met een relatief grote joodse gemeenschap.
Je schoonmoeder overleed in 1941 en is toen op de joodse begraafplaats begraven.
Godschalk, ik zou zo veel meer over je willen weten. Ik weet dat je hebt geleefd. Je hebt gedroomd. Je was bezig met het opbouwen van je ongetwijfeld prachtige gezin.
Wat moet je hebben geleden op het einde, toen je bij Kosel van ze gescheiden werd. Rondom je overlijden is niet veel bekend. Ik denk liever aan je terug toen je nog leefde. Daar in Rotterdam, bij je gezin waar je zo vol overgave voor gekozen had.
Dag lieve Godschalk,
groetjes van de kleindochter van je broer