Op 19 Mei 1895 werd Sophie Henriques de la Fuente als vierde kind van Jacob Henriques de la Fuente en Benvenida Engers geboren. Op 16-jarige leeftijd werd Sophie leerling bij de ANDB om te worden opgeleid tot roosjessnijdster. Ook haar vader Jacob, broers Emanuel, Hijman en David Henriques de la Fuente waren werkzaam in de diamantindustrie. Haar opleiding begon in Juni 1911 en eindigde in April 1913, waarna ook zij formeel lid kon worden van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond in vakgroep 7.
Sophie woonde met haar ouders, broers en zusters in de Gerard Doustraat 184 I in Amsterdam, van waar zij op 14 April 1921 in het huwelijk trad met de 29-jarige Nathan van Delft, een zoon van Levie van Delft en Hendrina van der Ziel. Nathan was geboren op 20 Maart 1892 en hij werkte bij de PTT als brievenbesteller. Nathan en Sophie kregen drie kinderen, t.w. Hendrina in 1922, Jacob in 1923 en Helena Benvenida in 1928.
Eén week nadat hij met Sophie was gehuwd, trok Nathan van Delft in bij zijn schoonouders in de Gerard Doustraat 184 I, maar in het najaar van 1926 verhuisden Nathan en Sophie naar de Govert Flinckstraat 263 hs en Nathan’s schoonvader, Jacob Henriques de la Fuente, die op 4 Februari 1924 weduwnaar geworden was, verhuisde men hen mee. Niet lang daarna, in Maart 1927 werd Jacob permanent in huis genomen in het gezin van Sophie’s broer Leonard Henriques de la Fuente, die in 1925 gehuwd was met Hendrika de Vries. Nathan van Delft en zijn vrouw Sophie verhuisden op 14 Juli 1928 van de Govert Flinckstraat naar de Lekstraat 20 I in de Amsterdamse Rivierenbuurt.
De oudste dochter Hendrina, naaister van beroep, trouwde op 1 April 1942 met de meubelmaker Abraham Cohen; hij was geboren op 17 April 1919 in Amsterdam als zoon van Jacob Cohen en Sientje Tokkie. Op 17 Juli 1942 gaven zij gehoor aan de oproep voor de z.g. “Arbeitseinsatz” en op 19 Juli werden zij midden in de nacht, om 02.16 u, per trein vanaf het Centraal Station in Amsterdam naar Westerbork afgevoerd. Vervolgens werden zij op 21 Juli gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij uiteindelijk – zoals vastgesteld door de Nederlandse Autoriteiten na de oorlog – op 30 September 1942 zijn “overleden” in Auschwitz.
Hun zoon Jacob was inmiddels al 19 jaar. Volgens een aantekening op zijn registratiekaart van de Joodse Raad, zou hij eveneens op 21 Juli 1942 naar Auschwitz zijn gedeporteerd. Op de beschikbare transportlijsten van rond die datum komt zijn naam echter niet voor. Op grond van zijn officiële overlijdensdatum van 8 October 1942 in Auschwitz, is hij vermoedelijk tijdens de razzia’s van begin October 1942 gearresteerd en gelijk met zijn ouders en jongere zus naar Westerbork afgevoerd en vervolgens op 5 October naar Auschwitz gedeporteerd. Het transport met Nathan, Sophie, Helena Benvenida en vermoedelijk dus ook Jacob van Delft kwam daar aan op 8 October 1942.
Bij aankomst in Auschwitz werd Nathan van Delft geselecteerd voor dwangarbeid. Noch de plaats waar hij terecht kwam, noch de aard van zijn “werk”, noch de exacte datum van zijn overlijden is bekend. De Nederlandse Autoriteiten hebben daarom na de oorlog vastgesteld, mede op basis van getuigenissen van overlevenden, dat Nathan van Delft na 31 Augustus 1943 niet meer in leven zou kunnen zijn. De gemeente Amsterdam heeft toen opdracht gekregen een overlijdensakte voor hem op te maken, waarin is vastgelegd dat hij op 31 Augustus 1943 in Midden Europa is overleden.
Echter Sophie van Delft-Henriques de la Fuente, haar dochter Helena Benvenida en haar zoon Jacob van Delft werden na aankomst op 8 October 1942 onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Levie van Delft, Nathan van Delft en Jacob Henriques de la Fuente, archiefkaarten van Nathan van Delft, Sophie Henriques de la Fuente, Jacob en Helena Benvenida van Delft, Hendrina van Delft, Abraham Cohen; Website jodentransporten vanuit Nederland.nl; Overlijdensaktes uit Amsterdam, voor Nathan van Delft, nr. 404 d.d. 20-12-1951 uit register A90-fol. 69, voor Hendrina Cohen-van Delft, nr. 402 d.d. 18-8-1950 uit register A46-fol.69, voor Abraham Cohen nr. 261 d.d. 20-7-1950 uit register A43-fol.45v, voor Jacob van Delft nr. 475 d.d. 20-7-1950 uit register A42-fol.81v.