Biografie

Over Judith Rodrigues Parreira, haar man David de la Penha en hun dochtertje Lea Judith de la Penha.

Judith Rodrigues Parreira was kleermaakster van beroep. Zij was geboren op 27 December 1903 als dochter van Abraham Rodrigues Parreira en Jetje Brandon. Judith was het vierde kind in het gezin waarin nadien nog twee kinderen werden geboren. Zij woonde thuis met haar ouders, broers en zussen maar na diverse verhuizingen kwam het gezin Rodrigues Parreira op 4 Augustus 1932 in de Weesperstraat 73 te wonen. Niet lang daarna, op 22 Augustus 1932 verliet Judith het ouderlijk huis en ging inwonen bij haar zus Mietje in de ’s Gravesandestraat 6 die gehuwd was met Louis de Zwarte. En toen Mietje en Louis in Augustus 1933 verhuisden van huis nr. 6 naar nr. 16, verhuisde Judith met hen mee.

Op 8 Augustus 1934 trouwde Judith in Amsterdam met David de la Penha, een zoon van Hartog de la Penha en Lea Pais. Ook David bleek vanaf November 1932 in te wonen bij Louis de Zwarte en zijn vrouw Mietje Rodrigues Parreira in de ’s-Gravesandestraat 6 en nr.16 maar nadat hij met Judith Rodrigues Parreira was getrouwd, betrokken zij samen een woning aan het Oosterpark nr. 3 in Amsterdam-Oost. In Maart 1935 verhuisden zij naar de Roetersstraat 40 III, waar op 11 Mei 1937 hun dochter Lea Judith geboren en in April 1939 verhuisde het gezin naar de Blasiusstraat 7.

David de la Penha was oorspronkelijk behanger van beroep echter in latere jaren werd hij werkzaam als verzekeringsagent en zijn echtgenote Judith was kleermaaktster. Op 30 Januari 1940 verhuisde het gezin voor de laatste keer, nu naar de Graaf Florisstraat 5 1e etage. Vanaf dit adres werden David, Judith en hun dochter Lea Judith 1943 tijdens de in het geheim voorbereidde grootschalig razzia van 20 Juni 1943 gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork.

David de la Penha kwam daar terecht in barak 72, terwijl zijn vrouw Judith Rodrigues Parreira met haar dochter Lea Judith in strafbarak 65 werden ondergebracht. De barakken 65, 66 en 67 waren z.g. strafbarakken met een zwaarder regime. Bewoners van deze barakken waren veelal gepakte onderduikers, die minder te eten kregen en dwangarbeid moesten uitvoeren. Daarnaast hadden hier ondergebrachte geïnterneerden een grotere kans om op het eerstvolgende transport te worden gezet. (bron wikipedia).

Omdat er tijdens de razzia van 20 Juni 1943 meer dan 5500 nog niet gedeporteerde Joden werden opgepakt en naar Westerbork werden gestuurd en daar moesten worden ondergebracht, zal het zeker daar een chaotische situatie geweest zijn. En omdat de strafbarak 65 eerder een vrouwenbarak geweest was, kan dat de reden zijn dat Judith met haar dochter Lea in die barak werden ingesloten, terwijl zij géén gearresteerde onderduikers waren.

Op 6 Juli 1943 werden David de la Penha, zijn vrouw Judith Rodrigues Parreira en zijn dochter Lea Judith de la Penha vanuit Westerbork op transport gesteld naar Sobibor. In de deportatietrein zaten ruim 2417 personen, en bij aankomst in Sobibor op 9 Juli 1943, werden allen onmiddellijk in de gaskamers daar vermoord. Er waren geen overlevenden.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van David de la Penha, Judith Rodrigues Parreira en Abraham, Rodrigues Parreira; archiefkaarten van David de la Penha, Judith Rodrigues Parreira en Lea Judith de la Penha; woningkaarten Amsterdam/Roetersstraat 40 en Graaf Florisstraat 5; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van David de la Penha, Judith de la Penha-Rodrigues Parreira en Lea Judith de la Penha en de wikipedia website van jodentransporten vanuit Nederland.nl.

Alle rechten voorbehouden