Verhaal

Emil Abrahamssohn

Een leidende figuur bij het vormen van de Marktbond

Door: Chris Brand

Emil woonde en werkte rond 1911 aan de Molenstraat in Enschede. Hij was al vroeg maatschappelijk betrokken en was voorzitter van de feestcommissie van het straatfeest voor de verjaardag van Koningin Wilhelmina.

Zijn ouders waren Jacob Abrahamssohn en Ester Weinberg. Zijn zuster Sara Denneboom-Abrahamssohn woonde met haar gezin in Dedemsvaart en zijn broer Adolf woonde in Hamburg

Hij was als "kleine man"  begonnen met een eenvoudige marktkraam maar zou uitgroeien tot een van de meest invloedrijke marktkooplieden van Nederland. In 1917 was hij mede-oprichter van de Enschedesche Marktbond om vervolgens in 1921 de aanzet te geven om landelijk in Nederland de Marktbond op te richten. Hij zat tussen 1921 en 1936 in het landelijk hoofdbestuur en werd tot erelid verkozen. De voornaamste reden, volgens G. Voogd in zijn grafrede, was omdat "oom Emil"  zich snel meester had gemaakt van de typisch Nederlandse mentaliteit.

Hij was in Enschede de voorzitter tot 1927. vervolgens werd hij daarna tot ere-voorzitter benoemd. In 1921 nam hij als voorzitter ook het initiatief om een TBC-fonds in te stellen. Hij was ook een van de oprichters en voorzitters van de Enschedesche Handelsvereeniging. In 1936 werd hij hiervan toe ere-lid benoemd.

Hij richtte de fa. E. Abrahamssohn op aan de Diezerstraat nr 8, waarin hij grossier werd en handelaar in allerlei manufacturen. Zoon Jacob trad tot de firma toe als vennoot en nam als overgebleven vennoot de leiding over begin 1941. Hij bleef echter wel de oorspronkelijke naam aanhouden.

Strikt formeel werd van hogerhand in 1942 de handelsvergunning ingetrokken vanuit het Rijks Textielbureau. Als gevolg mocht Jacob niet meer in textiel handelen en werd de firma door het handelsregister "van overheidswege"  uitgeschreven en ontbonden. Een nogal zinloze ambtelijke actie aangezien Jacob in oktober 1941 in Mauthausen al was overleden.

 

bronnrn; handelsregister, Dagblad Tubantia, Adresboek 1939