Verhaal

Méér over het transport van 23 October 1942 vanuit Westerbork.

Uit de Publicatie Auschwitz deel III - door het Nederlandse Rode Kruis - October 1952

ALGEMEEN OVER DE COSEL TRANSPORTEN:

De "arbeitsfahige" mannen, die in Cosel uit de trein werden gehaald, waren in het algemeen van de leeftijdsgroep van ±15 t/m 50 jaar, in enkele individuele gevallen nog iets ouder. Degenen, die in de trein achterbleven om te worden doorgetransporteerd naar Auschwitz, waren dus, globaal gesproken,, de oudere, zwakke of ziekelijke mannen en de vrouwen en kinderen. In het algemeen kan worden gesteld, dat de laatstbedoelde groepen terstond bij aankomst te Auschwitz door vergassing om het leven werden gebracht.

Op 23 October 1942 vertrok een transport met totaal 988 gedeporteerden vanuit Westerbork, waarbij in Cosel 170 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar moesten uitstappen. Het grootste deel van dit transport volgde de route, (kampen waarin achtereenvolgens is verbleven): St. Annaberg, daarna naar verschillende kampen waaronder Niederkirch, Sakrau, Eichtal, Ottmuth, Klein Mangersdorf, Königshütte, en Johannsdorf) - Blechhammer of Ressort Gross Rosen en enkelen nog doorgestuurd naar Bismarckhütte en Auschwitz.

Hieronder een drietal overzichten (uitsluitend het transport van 23 October 1942 uit Westerbork betreffend), waar  achtereenvolgens in zijn opgenomen de van repatrianten verkregen gegeven omtrent hun aankomst in- respectievelijk hun vertrek uit

1): Blechhammer;

2): het ressort Gross Rosen;

3): het ressort Auschwitz ( I, II en III);

 

AANGEKOMEN IN BLECHHAMMER:

A). vier representanten op 5-12-42 uit Eichtal met 125 Nederlanders. Van deze vier zijn er twee bevrijd in Blechhammer; is er één meegegaan met het evacuatie-transport en één is op 8-11-44 vertrokken naar Bismarckhütte.
B). Eén representant (x) uit Johannsdorf (datum en transportsterkte niet opgegeven).
C). Eén representant (x) in Maart 1944 uit de "Börsigwerke" in Breslau-Hundsfeld (transportsterkte niet opgegeven).
D). Eén representant (x) ± Mei 1944 uit Ottmuth (transportsterkte niet opgegeven).                                 

(x) = meegegaan met het evacuatietransport.                    

 

AANGEKOMEN IN HET RESSORT GROSS ROSEN:

A): 2 representanten op 22-11-42 uit Sakrau in Tränke met 70 Nederlanders. Verdere route: 14- 12-43 naar Wisau - Apr./Mei 44 naar Bunzlau. Op evacuatie-transport Gross Rosen-Buchenwald-Dora-Ellrich. Bevrijd in Bergen Belsen op 15-4-45.

B): 1 representant op onbekende datum uit Sakrau in Klettendorf (transportsterkte niet opgegeven). Zou via. Bunzlau en Breslau in Auschwitz zijn terechtgekomen, hetgeen onwaarschijnlijk is.

C): 1 representant op 15-1-43 uit Klein Mangersdorf in Neukirch (met 100 a 120 Nederlanders). Verdere route: 15- 3-43 naar Edmannsdorf - 10- 5-44 naarr Hirschberg - 20-10-44 naar Warmbrunn - 10-3-45 naar Dörnhau -  25-4-45 naar Ellenburg.(?) - 1-5-45 terug naar Dörnhau alwaar 8-5-45 bevrijd.

D): 1 representant eind Februari 4 3 uit Johannsdorf in Klettendorf met + 100 Nederlanders. Verdere route: Eind Maart 43 naar Faulbrück, als enige Nederlander met 15 vakarbeiders naar Graditz v.v.

September/October 44 naar Sportschule Reichenbach (met 20 a 30 Nederlandes.). Aldaar 8-5-45 bevrijd.

 

AANGEKOMEN IN HET RESSORT AUSCHWITZ:

A): 1 representant op onbekende datum uit Bunzlau via Breslau in Auschwitz (transportsterkte niet opgegeven). Het is onwaarschijnlijk, dat de melding juist is (zie de overeenkomstige opmerking in Staat II op blz. 31) .

B): 1 representant in October 43 uit Liegnitz in Auschwitz, met nog 1 andere Nederlander. Was met andere Nederlanders in Juni 43 gevlucht uit Neukirch, werd de volgende dag gearresteerd in Bunzlau, en na 2 dagen gebracht naar Liegnitz. Via Breslau werd hij naar Auschwitz gezonden. Is meegegaan met het evacuatie-transport.

C): 1 representant op 8-11-43 uit Blechhammer in Bismarckhütte (transportsterkte Nederlanders niet opgegeven). Is meegegaan met het evacuatie-transport via Gleiwitz.

D): 1 represnetant medio 44 uit Ludwigsdorf naar Birkenau. (transportsterkte niet opgegeven). Kwam met een ziekentransport in Birkenau, doch overleefde de selectie. Werd begin October 44 overgebracht naar Landsberg (Lager Kaufering , buitencommando van Dachau).

 

DE AFZONDERLIJKE TRANSPORTEN

Het gehele in Cosel uitgestapte contingent ging eerst naar St. Annaberg. Vandaar vertrok een klein gedeelte op 1-11-1942 naar Niederkirch en vervolgens begin December 1942 via Ottmuth en Eichtal naa r Blechhammer. Fabrieksarbeiders bleven i n Ottmuth achter en kwamen eerst veel later (vermoedelijk Mei 1944) in Blechhammer. Voor deze groep geldt een uitzonderingsconclusie, die hierna is aangegeven bij de bespreking van het transport van 2-11-1942 (zie aldaar).

Een groter gedeelte ging begin November 1942 naar Sakrau en werd vandaar in verschillende richtingen gedirigeerd. Een groep, waarover reeds is gesproken bij het transport van 16-10-1942, vertrok op ± 22 November 1942 naar hetressort Gross Rosen (Tränke e.v.;  namen en verdere lotgevallen bekend).

Een andere groep werd in de laatste helft van November 1942 naar Klein Mangersdorf overgebracht en vandaar in Januari 1943 naar Neukirch.

Voorts is er ± 20-11-1942 nog een groep gegaan naar Königshütte en vandaar in Januari 1943 naar Johannsdorf.  Van Neukirch en Johannsdorf vertrokken later weer verschillende contingenten naar kampen in het ressort Gross Rosen. Enkelingen zijn gevlucht en weer gepakt of hebben als vakarbeider een uitzonderlijke route gevolgd. Een drietal kwam in Auschwitz terecht en 4 man in Bismarckhütte. Het geheel is uitermate onoverzichtelijk (zie overigens de Staten I, II en III).

Een lichtpunt is het vrij grote aantal individuele vaststellingen en het feit, dat 53 man in Blechhammer zijn aangetroffen (grotendeels de groep van Eichtal).

Voor hen, van wie individueel niets bekend is, kan slechts de conclusie worden getrokken, dat zij moeten zijn overleden uiterlijk eind Maart 1944, zijnde dit het tijdstip, waarop de bezettingen van nagenoeg alle "Zwangarbeitslager" in Blechhammer waren samengetrokken en waarop kan worden gesproken van een meer overzichtelijke situatie in het ressort Gross Rosen. Plaats van overlijden: één der arbeidskampen in Silezië )Polen).

Voor de Blechhammer-gevallen en voor hen, die in Bismarckhütte zijn terechtgekomen, gelden uiteraard de algemene conclusies in de paragrafen 12 en 13 van dit hoofdstuk.

 

CONCLUSIES UIT BIJLAGE III:

De mannen, die in Cosel zijn uitgestapt, moeten, behalve indien anders blijkt, en overigens met inachtneming van de gestelde algemene conclusies, worden geacht te zijn overleden op het tijdstip en ter plaatse als vermeld over het transport van 23 October 1942: tenzij, in individuele gevallen anders blijkt, en met inachtneming overigens van de gestelde algemene conclusies, moeten de in Cosel uitgestapte mannen worden geacht te zijn overleden ná 26 October 1942, doch uiterlijk 31 Maart 1944 in één der arbeidskampen in Silezië.

Degenen, die in Blechhammer zijn aangetroffen voor 1 April 1944, doch omtrent wier verder lot niets bekend is, moeten worden geacht te zijn overleden uiterlijk 31 Maart 1944.

Bron: Het Nederlandse Rode Kruis, Publicatie October 1952 - Auschwitz III – de COSEL-transporten – pagina’s  8, 20, 25, 31, 32, 36, 37, 49 en 50  betreffende het transport van 23-10-1942 uit Westerbork en bijlage III sub.A punt nr. 4 en sub. B punt nr. 7 bij transport 23-10-1942.

Dit is een update per 19 Sept 2023, betreffende het eerdere verhaal van 30 Dec 2022, door de redactie van Joods Monument.

 

Alle rechten voorbehouden