Biografie

Over Marcus Boas, zijn vrouw Johanna Knegje en zoon Ludovicus.

Zoon Barend Boas en zijn vrouw Anna de Haas overleefden de Holocaust.

Marcus Boas was de tweede van de vijf kinderen van borstelmaker Boas Boas en Rachel Mechanicus, van wie er twee nog vóór hun 3e jaar waren overleden. Marcus was geboren op 16 Februari 1893 in de Lepelstraat 69 Amsterdam. Hij had nog een jongere broer Benjamin en een jongere zus Grietje.  

Zijn vader, Boas Boas, was behalve borstelmaker ook diamantslijper en vertrok regelmatig met zijn gezin naar Antwerpen. Daar verbleef hij meestal een paar jaar om dan weer terug te keren naar Amsterdam. Tijdens één zo’n verblijf in Àntwerpen, overleed Marcus’s moeder Rachel Mechanicus daar op 1 April 1904, waarna zijn vader op 17 Augustus van dat jaar in Amsterdam hertrouwde met Alexandrina van West. Zij was geboren op 1 Februari 1862 in Amsterdam als dochter van Levie Abraham van West en Judic Barend Visser.

Een dag na de huwelijkssluiting vertrok Marcus’ vader met Alexandrina en zijn kinderen op 18 Augustus 1904 naar Borgerhout waar hij opnieuw 2 jaar verbleef, maar kwam in September 1906 terug in Amsterdam, waar zij inwoning vonden in de Valkenburgerstraat 178 bij Alexandrina’s nicht Margaretha van West, die gehuwd was met Nachman Schouten.

In 1910 vertrok het gezin zonder Grietje naar Berchem, Krijtstraat 8, waar zij 4 jaar verbleven. Toen keerden zij in 1914 weer terug naar de Valkenburgerstraat 178 in Amsterdam. Marcus was inmiddels briljant-versteller en Benjamin briljantslijper geworden en beide broers vertrokken op 22 Mei 1915 naar Borgerhout, adres Boschheidestraat 12. Benjamin kwam al op 10 Juni 1915 weer terug naar Amsterdam maar Marcus bleef nog in België.

Marcus kwam in September 1916 terug in Amsterdam, woonde weer bij zijn vader Boas en stiefmoeder Alexandrina en trad op 19 Juni 1918 in het huwelijk met Johanna Knegje, een dochter van Levie Knegje en Roosje Flesschedrager en in Amsterdam op 16 Februari 1899 geboren was.

Nadat het huwelijk van Marcus en Johanna voltrokken was, bleven zij nog enkele maanden inwonen bij de ouders van Johanna die in het onderhuis van de Rapenburgerstraat 130 in Amsterdam woonden en waar toen op 11 September 1918 hun eerste kind werd geboren en die zij Barend noemden.  

Enkele jaren daarna trokken zij met hun zoontje Barend opnieuw naar België en vonden woonruimte in Borgerhout, waar op 7 Augustus 1924 hun tweede zoon Ludovicus geboren werd. Later verhuisde het gezin nog naar Deurne waar zij bleven wonen tot begin Mei 1934 en toen terugkeerden naar Amsterdam waar zij inwoning vonden bij de weduwe van Elias Spreekmeester in de Ben Viljoenstraat 22, waar ook de weduwe en tweede echtgenote van zijn vader Boas, Alexandrina Boas-van West woonde.

Snel daarna, op 18 Mei 1934, vertrok Marcus al weer met zijn gezin, nu naar de Reitzstraat 21 waarna tussen Mei 1934 en Augustus 1939 nog een vijftal verhuizingen volgden. Hun laatst bekende adres in Amsterdam werd per 25 Augustus 1939 Govert Flinckstraat 309 2e etage.

Hun zoon Barend was inmiddels op 1 November 1939 in Amsterdam gehuwd met Anna de Haas, geboren op 8 Juli 1918 in Amsterdam als dochter van Jacob de Haas en Betsy Franschman. Zij overleefden de Holocaust en emigreerden in 1957 naar Canada, waar Barend op 15 December 1987 in Richmond, British Columbia in Canada is overleden en zijn vrouw Anna overleed daar in 2006.

Marcus Boas, zijn vrouw Johanna Knegje en Ludovicus Boas hadden dat geluk niet. Zij werden tijdens de grote razzia’s van begin October 1942 tussen 3 en 5 October in Westerbork binnengebracht, waar zij in grote chaos hun deportatie moesten afwachten. Die chaos ontstond door de gelijktijdige liquidatie van alle Joodse werkkampen in Noord Nederland, waarbij alle dwangarbeiders voor verdere deportatie naar het "Oosten" eveneens naar Westerbork werden afgevoerd.

Voor Marcus, Johanna en Ludovicus volgde deportatie naar Auschwitz op 30 October 1942, met een tussenstop in Cosel, een plaats ± 80 km westelijk van Auschwitz gelegen, waar 200 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar werden gedwongen de trein te verlaten om als dwangarbeiders in de omliggende werkkampen in Opper Silezië tewerkgesteld te worden. Zeer waarschijnlijk behoorden  Marcus (49 jaar) en Ludovicus (18 jaar) tot deze groep.

Degenen die in de trein achterbleven, werden verder vervoerd naar Auschwitz, waaronder ook Johanna Boas-Knegje, die bij aankomst aldaar op 2 November 1942 onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau werd vermoord.

Het verdere lot van Marcus Boas en zijn zoon Ludovicus is niet bekend, in die zin, dat het niet bekend is waar beiden terechtgekomen, wat voor dwangarbeid zij hebben moeten doen en wanneer precies zij om het leven gekomen zijn. De Nederlandse Autoriteiten hebben na de oorlog vastgesteld, mede op basis van getuigenissen van overlevenden en onderzoek, dat Marcus Boas en Ludovicus Boas ná 31 Maart 1944 niet meer in leven zouden kunnen zijn. De gemeente Amsterdam kreeg vervolgens opdracht om voor beiden aktes van overlijden op te maken, waarin is vastgesteld dat Marcus Boas en Ludovicus Boas op 31 Maart 1944 in Midden Europa zijn overleden.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart van Marcus Boas, archiefkaarten van Marcus Boas, Johanna Knegje, Ludovicus Boas, Barend Boas en Anna de Haas; geboorteakte 1894 van Marcus Boas 1893, geboorteakte 10303 van Barend Boas 1918; woningkaarten Amsterdam van Danie Theronstraat 22, Rapenburgerstraat 130, Ben Viljoenstraat 22; Antwerps Vreemdelingen dossier 107845 image 263-282; website Jodentransporten vanuit Nederland.nl/transport 30 October 1942 en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Marcus Boas, Johanna Boas-Knegje, Ludovicus Boas, Barend Boas en Anna Boas-de Haas.

Alle rechten voorbehouden