Hartoch Simons was een zoon van Mozes Simons en Eve van Lochem. Hartoch kwam in de Valkenburgerstraat ter wereld en woonde vanaf 1931 in de Rapenburgerstraat. Hij volgde na zes jaar lager onderwijs nog anderhalf jaar een opleiding tot coupeur aan de Nijverheidsschool. Daarna ging hij aan de slag als ‘machine-uitsnijder’.
Hartoch verloofde zich in juni 1938 met Jeannette Lierens, dochter van een sigarenmaker die een tabaksartikelenwinkeltje had even verderop in de Rapenburgerstraat op nummer 58. Tot een huwelijk is het niet gekomen.
Bij de razzia van zaterdag 22 februari werden Hartoch en zijn broer Hijman opgepakt. De Rapenburgerstraat was dat weekend het toneel van beestachtige taferelen, waarbij Duitse gewapende politieagenten huis aan huis gingen om Joodse jonge mannen op te pakken. In totaal werden in deze straat 21 Joodse mannen meegenomen. Ook hun neven Louis (Piet) en Meier Vieijra en twee andere familieleden, Samuel Vieijra en Simon Swaap, werden gearresteerd. De opgepakte mannen werden naar kamp Schoorl overgebracht. Op 27 februari werden ze naar Buchenwald gedeporteerd en van daaruit op 22 mei verder oostwaarts naar Mauthausen. Hartoch kwam daar op 29 oktober 1941 om het leven. Het was zijn verjaardag, hij werd die dag
25 jaar.
Van alle kinderen uit het grote gezin Simons overleefde alleen de oudste broer Louis die tijdens de bezetting ‘gemengd’ gehuwd was.
Gebaseerd op onderzoek en verhaal Wally de Lang