Abraham Bruinvels was het vijfde kind uit het grote gezin van Barend Bruinvels en Lena IJzerkoper, die in totaal tien kinderen kregen. Twee van Abrahams broertjes overleden kort na hun geboorte.
Abraham volgde bijzonder lager onderwijs, een schoolvorm bedoeld voor kinderen met ‘ziels- of lichaamsgebreken’. Abraham ging aan het werk als mattenvlechter in een ‘inrichting voor onvolwassenen’ ‒ een sociale werkplaats. Abraham werd afgekeurd voor militaire dienst vanwege zijn geringe lengte en bleef bij zijn ouders wonen.
Tijdens de razzia van zondag 23 februari 1941 werd hij opgepakt in of vlak bij het door de Duitse politieagenten afgezette gebied. Hij werd naar het Jonas Daniël Meijerplein gedreven, waar tientallen andere opgepakte Joden door gewapende Duitse politie met honden werden bewaakt. Misschien zag hij daar zijn neven terug die ook waren opgepakt: Hartog en Abraham Blitz. In open vrachtwagens werden de mannen naar kamp Schoorl en later naar Buchenwald en Mauthausen overgebracht. Op 11 augustus 1941 werd Abraham, 27 jaar oud, in de gaskamer van Slot Hartheim vermoord. In de kampadministratie staat zijn overlijden aangetekend op 1 september 1941.
Vader Barend, moeder Lena, zes zussen en een broer werden allen in vernietigingskampen van de naziʼs vermoord. Van de grote familie Bruinvels was niemand meer over.
Gebaseerd op onderzoek en verhaal Wally de Lang