Reintje Betje van Leer wordt geboren in 1886, als dochter uit het huwelijk van Jacob Zadok Jacobs van Leer en Rosette Troostwijk. Naast Reintje Betje telt het gezin nog vier dochters en twee zonen. Het echtpaar verliest in 1880 een baby (Reintje Betje), in 1882 een baby (Reijntje), en een jaar later nog één (Zadok). De aangifte van overlijden wordt op sabbat gedaan, om die reden wil Jacob Zadok de akte niet ondertekenen.
Reintje Betje heeft deze zusjes en broertje nooit gekend. In 1916 verliest Reintje Betje haar zus Saartje. Haar broer Maurits Jacobs en zus Keetje worden in Auschwitz omgebracht.
De ouders van Reintje Betje overlijden in 1917 en 1902.
Reintje Betje groeit op in haar geboortestad Zutphen. Het gezin woont in bij de oom van Reintje, in de Sprongstraat (er is sprake van veel verhuizingen binnen deze straat en/of er is sprake geweest van een groot aantal omnummeringen). Haar vader wordt genoemd als handelsagent en winkelier c.q. koopman in kruidenierswaren.
Reintje Betje verhuist, als ze ongeveer vier jaar oud is, met het gezin mee naar een woning aan de Groenmarkt, eveneens in Zutphen, met aanduiding B 30; de winkel zit op nummer B 31. Uit notariële aktes komt naar voren dat de zaak van de vader van Reintje Betje in 1895 failliet gaat. Uit de inventaris blijkt dat het een kleding- en manufacturenwinkel betreft: gebreide borstrokken, naalden, wol en broeken behoren tot de waren die bij de openbare verkoop opgekocht kunnen worden.
Het gezin gaat wonen aan de Turfstraat. Hier overlijdt in 1902 haar moeder.
In oktober 1908 gaat Reintje Betje, dan 22 jaar oud, bij familie in Amsterdam wonen. Ze gaat hier aan de slag als winkeljuffrouw. In maart 1909 verhuist ze naar Apeldoorn, en trekt in bij de Joodse familie Van Oss, bestaande uit drie ongehuwde zussen, wonende Dorpstraat A 306 (het adres wordt later gewijzigd in: Hoofdstraat 144). Twee van deze zussen bestieren een winkel met de naam ‘Magasin de Nouveautés’, de naam wordt altijd aangevuld met ‘voorheen gebr. Levy’. Er wordt dames- en kinderkleding verkocht. Het is aannemelijk dat Reintje Betje in de winkel dienstdoet.
In 1928 wordt Reintje Betje lid van de aan de geloofsgemeenschap verbonden damesvereniging ‘Ateres Nosjiem’. Ook in de oorlog is ze nog lid.
In de tweede helft van de jaren dertig gaat Reintje Betje inwonen bij het gezin van Isaac Trijbits in de Paslaan, op nummer 25. Ook nu wordt ze genoemd als winkeljuffrouw. Hier woont Reintje Betje tot oktober 1942, dan verhuist ze naar het adres Waltersingel 75. Een andere bron vermeldt dat de woning aan de Paslaan door de nazi’s gevorderd is, dit zou reeds in juli 1942 hebben plaatsgevonden. Het gezin Trijbits vertrekt in oktober 1942 naar de Tutein Noltheniuslaan 52, de woning van het gezin van Barend Hendrik Opdenberg (1908-1943) en Louisa Henriëtte Opdenberg-Van Son (1913-1943).
In de nacht van 17 op 18 november 1942 vinden er in Gelderland in verschillende plaatsen grote razzia’s plaats. In Apeldoorn wordt een onbekend aantal Joden uit hun huizen gehaald en lopend naar het plaatselijke treinstation geleid. Vandaaruit worden ze per trein naar Kamp Westerbork gedeporteerd. Onder hen is Reintje Betje. Een andere bron spreekt over 67 opgepakte Joden.
Reintje Betje wordt gehuisvest in barak 73. Op de registratiekaart van de Joodse Raad staat dat Reintje Betje twee invaliden verzorgt. Vanuit Naam & Gezicht van Kamp Westerbork wordt vermoed dat dit niet de periode in het doorgangskamp betreft. Het zou om die reden moeten slaan op de periode in Apeldoorn, maar het is onbekend gebleven welke twee invaliden zij verzorgd zou hebben, en in welke hoedanigheid dit heeft plaatsgevonden.
Op vrijdag 4 december 1942 vertrekt uit het kamp transport 40 met als eindbestemming Auschwitz. Reintje Betje zit in een van de twaalf wagons. Bij aankomst op zondag 6 december worden slechts zestien mannen geselecteerd voor dwangarbeid in Auschwitz. Reintje Betje is een van de 795 Joden die direct bij aankomst in de gaskamers worden vermoord.
Bronnen: Regionaal Archief Zutphen, Groninger Archieven, Stadsarchief Amsterdam, Afdeling ‘Naam & Gezicht’ van het herinneringscentrum Kamp Westerbork, CODA Archief Apeldoorn, Digitaal Joods Monument, Erica adresboek van Apeldoorn, het Gelders Archief, ITS Archiv Bad Arolsen (International Tracing Service), het boek ‘In Memoriam’ door Guus Luijters, Yad Vashem, het Nationaal Archief en Delpher (gedigitaliseerde Nederlandse historische kranten).
17 april 2023