Jacob was de zoon van Louis van Bergen en Flora Waas. Hij had drie boers, Samson, Barend en Isaac, en een ouder zusje- Jeannette. Jacob bleef zeven jaar op de lagere school en werd daarna banketbakker, net als zijn broer Samson, maar zonder opleiding in dat vak. Bij de keuring voor militaire dienst werd aangetekend dat hij stotterde, wat hem overigens niet belemmerde om de dienstplicht te vervullen. Daarna werd Jacob magazijnbediende, in welke winkel is onbekend.
In augustus 1936 verliet Jeanette het ouderlijk huis en vertrok naar Den Haag en in oktober 1937 volgde Barend. Vanaf dat moment woonden alleen nog de drie jongens Samson, Jacob en Isaac bij hun ouders in de Louis Bothastraat in Amsterdam-Oost. Vader Louis was inmiddels venter geworden en liep met groenten, aardappelen en fruit in Amsterdam-Zuid.
Jacob en zijn broer Samson werden allebei opgepakt bij de razzia op zaterdag 22 februari 1941 in Amsterdam. Ook hun twee neven, Jacob en Mozes Waas, werden meegenomen. Jacob werd op 12 augustus in de gaskamer van Slot Hartheim vermoord. Als ‘officiële’ datum staat in de kampregistratie 5 september 1941 genoteerd. Zijn broer Samson stierf op 2 juli 1941 in Mauthausen. Op 28 augustus kwam neef Mozes Waas om het leven en op 6 december 1941 stierf neef Jacob Waas.
Niemand van het grote gezin Van Bergen overleefde de oorlog. Vader Louis en moeder Flora, hun dochter Jeannette en haar gezin, zoon Barend en diens gezin en ook zoon Isaac werden in vernietigingskampen van de naziʼs vermoord.
Gebaseerd op onderzoek en verhaal Wally de Lang