Hijman de Swarte was een zoon van Ruben de Swarte en Rebecca de Swarte. Zijn ouders waren neef en nicht van elkaar en hadden samen acht kinderen, t.w. Meijer, Abraham Lion, Sara, Izaak, Judith, Joseph, Barend en Hijman. Barend overleed al na 5 weken en Joseph overleefde de oorlog. Alle anderen werden tijdens de Sjoa vermoord.
Als vierde kind werd Hijman geboren op 24 Januari 1887 in Amsterdam. Hij was koopman en handelde later in tapijten en kunstartikelen. Hij trouwde op 25 November 1908 met de dochter van Izaak Samuel van Dal en Maria Neuwit, Louise van Dal, die op 10 Juli 1884 in Amsterdam geboren werd.
Hijman en Louise kregen drie kinderen: de oudste, Rebecca die op 8 April 1909 geboren werd, trouwde in 1929 met Abraham Elzas en kreeg met hem zes kinderen, echter het hele gezin Elzas werd tijdens de Sjoa vermoord. Daarna kwam op 14 Augustus 1910 hun tweede kind, Isaac, die in 1933 met Lena Bak in het huwelijk trad. Isaac en Lena kregen twee kinderen maar ook dit hele gezin werd tijdens de Sjoa vermoord. Als laatste werd Sara geboren op 19 December 1915; zij overleefde de Holocaust en overleed in het begin van 2004.
Nadat Hijman en Louise gehuwd waren en hun eerste kind Rebecca geboren was, vertrokken zij in December 1909 naar Antwerpen en verbleven daar in de Pelikaanstraat 126. Na enkele maanden kwamen zij in 1910 terug in Amsterdam. Nadat Isaac dat jaar in Augustus geboren was, vertrokken zij in Augustus 1911 allen opnieuw Antwerpen en woonden daar in de Van Spangenstraat 13. Hijman verbleef nadien weer in Amsterdam, maar reisde tussen 1919 en 1928 óók weer verschillende keren naar Antwerpen.
In 1928 en 1929 verbleef Hijman opnieuw diverse keren in Antwerpen, volgens zijn eigen verklaringen om daar een handelszaak op te zetten. In 1928 heeft hij echter een Koninklijk Besluit betekend, wat inhield dat hij niet meer welkom was in Antwerpen als gevolg van wetsovertredingen. Toch werd hij daar in Augustus 1929 opnieuw aangetroffen en aangehouden, waarbij hij toen wegens “banbreuk van uitdrijving” een gevangenisstraat van 8 dagen riskeerde.
Het huwelijk van Hijman de Swarte en Louise van Dal hield geen stand waarna op 30 Mei 1930 het huwelijk in Amsterdam werd ontbonden. Tussen 1930 en 1939 verhuisden zowel Hijman als Louise, al dan niet met haar ongehuwde dochter Sara, diverse keren vanuit Amsterdam naar den Haag en vice versa. Uit de Amsterdamse woningkaarten blijkt, dat zij soms wel met elkaar op eenzelfde adres woonden maar niet bij elkaar.
Voor wat Hijman betreft, zijn laatst bekende adres was Markensteeg 11 1e etage in het oude centrum van Amsterdam, waar hij in 1941 bij de verplichte registratie van alle Joden in Nederland werd geregistreerd. Van zijn ex, Louise van Dal, was dat Zanddwarsstraat 26 in Amsterdam. Maar tijdens de registratie bij de Joodse Raad begin 1941, woonde zij nog in de Rapenburgerstraat 17, verhuisde op 2 Augustus 1941 naar de Tweede Oosterparkstraat 91 II en haar laatste adres werd – vermoedelijk in 1942, Zanddwarsstraat 26 in Amsterdam.
Hijman de Swarte trad op 18 Juni 1941 opnieuw in het huwelijk met de confectie-naaister Leentje Vogel, een dochter van Salomon Vogel en Sara Roodvelt, die op 18 April 1915 in Amsterdam geboren was. Als ongehuwde moeder baarde zij op 15 Januari 1935 een zoon, genaamd Salomon, die de achternaam van zijn moeder kreeg, Vogel. De biologische vader bleek Hijman de Swarte te zijn, maar Salomon werd niet bij het huwelijk van zijn “vader” en zijn moeder in 1941 gelegaliseerd, dus behield hij de familienaam van zijn moeder: Vogel.
Uit het huwelijk van Hijman de Swarte en Leentje Vogel werden nóg twee kinderen geboren, t.w. Max de Swarte op 15 December 1941 en op 25 Januari 1943 nog Anna de Swarte. Begin April 1943 kreeg Hijman een oproep (nr. 31441) zich te vervoegen in Westerbork, waaraan hij met zijn hele gezin gehoor aan heeft gegeven.
Op 6 April 1943 werden Hijman de Swarte, zijn vrouw Leentje de Swarte-Vogel, Salomon Vogel, Max de Swarte en Anna de Swarte ondergebracht in barak 57. Zij hebben tot 8 Juni moeten wachten voordat zij op transport werden gesteld naar Sobibor. Daar werden zij allen direct na aankomst op 11 Juni 1943 in de gaskamers vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Hijman de Zwarte, Louise van Dal en Leentje Vogel; archiefkaarten van Hijman de Swarte, Louise van Dal en van de kinderen Salomon Vogel, Max de Swarte en Anna de Swarte; geb.akte 1915 A24-14v voor Sara de Swarte; het Felix archief, Antwerps vreemdelingen dossier 13802 van Hijman de Swarte; Gemeente Archief Den Haag, gezinskaarten van Hijman de Swarte; Huwelijksakte Amsterdam uit 1941 nr.135 van Hijman de Swarte x Leentje Vogel; Diverse woningkaarten Amsterdam; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Hijman de Swarte, Louise van Dal, Leentje Vogel en de kinderen Salomon Vogel, Max en Anna de Swarte en de overlijdensaktes uit de A-registers opgemaakt te Amsterdam voor Hijman de Swarte, Leentje Vogel, Salomon Vogel en Max en Anna de Swarte.