Moritz Max Brandeis was drie keer getrouwd. Uit het eerste huwelijk met Elisabeth Waas, die in 1925 overleed, had hij zoon Bernard. Eduard en Elisabeth waren uit zijn tweede huwelijk met Mietje de Jong. Met zijn derde vrouw Mietje van Beseme had hij geen kinderen. Zij had wel een zoon uit haar eerste huwelijk, Salomon (Sallie) Happé.
Moritz Max Brandeis had uit een ongehuwde relatie ook nog een dochter, die opgroeide bij stiefouders. Hij zag haar wekelijks. Het meisje overleefde de oorlog in onderduik.
Moritz Max Brandeis werd op 16 oktober 1942 vanuit Westerbork gedeporteerd. Bij Cosel werd hij uit de trein gehaald en eind oktober overgebracht naar kamp Annaberg. Begin november werd hij doorgestuurd naar Sakrau, twee dagen later naar Bobrek. Daar bleef hij tot het najaar van 1943. In de winter van 1943-1944 werd hij overgebracht naar Auschwitz I en van daaruit enkele maanden later naar Blechhammer.