Zijn leven.
Joseph Mendes da Costa was een bekende beeldhouwer. Zijn vader was steenhouwer en maakte matseiwoth. In 1891 trouwde Joseph met zijn nicht Hanna Jessurun de Mesquita (Amsterdam, 1862). Zijn neef was de eveneens bekende graficus Samuel Jessurun de Mesquita. Vanaf 1911 had hij zijn atelier in Laren. In 1925 verhuisde hij terug naar Amsterdam, waar in 1928 zijn vrouw overleed. Vanaf die tijd leidde hij een teruggetrokken leven. Op 20 juni 1939 overleed Joseph Mendes da Costa. Hij werd begraven op de Portugees-Joodse begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel.
Zijn werk.
Joseph’s werk kent impressionistische en religieuze invloeden en vooral veel variatie. Hij maakte beelden van bekende Nederlanders zowel als portretten van gewone Amsterdammers. Hij vervaardigde meubilair en architectonisch beeldhouwwerk (in samenwerking met Berlage) naast keramische gebruiksvoorwerpen. Het meest bekend is hij geworden door zijn kleine keramische werk van dieren; hier toonde hij wel enige overeenkomst met het grafische werk van zijn neef. De dierenbeeldjes zijn in de collecties van diverse Nederlandse musea te vinden. Tevens werd de kwaliteit ervan bevestigd toen hij hiervoor in 1914 een eredoctoraat in de biologie ontving van de Universiteit van Groningen. Met zijn latere (architectonische) werk ging hij mee met het symbolisme van het fin de siècle. Een mooi voorbeeld daarvan is zijn buste van Herman Heijermans. Het kolossale monument van generaal Christiaan de Wet op de Hoge Veluwe maakte hij in opdracht van Helene Kröller-Müller.