Verhaal

De razzia's in Amsterdam van begin October 1942

Dagboekfragment van Philip Leendert de Jong (1914-2010), overlevende zoon van Abraham de Jong en Sara Pop.

Tegen eind september 1942 voelde Pa zich ziek en bleef in bed. Hij had hevige buikpijnen. Volgens de huisarts dr. Sanders was er niets dat op een ziekte wees. Het werd veroorzaakt door zenuwen de spanning werd ook ondragelijk. Die laatste week werd Pa gedwongen grondwerk te verrichten in het Amsterdamse Bosch. Hij mocht geen gebruik maken van openbaar vervoer! Op 9 oktober zou hij 64 jaar worden!

Hij kon het niet aan en kwam ’s avonds doodziek thuis. Een paar dagen blijft hij in bed en dan op 2 oktober 1942, het is vrijdag, gaat hij weer naar het Amsterdamse Bosch. Daar aangekomen worden de tewerkgestelde Joodse mannen door de Duitse politieboeven omsingeld, in overvalwagens gestopt en naar de Polderweg vervoerd, wat toen een kaal terrein met prikkeldraad was afgezet, daar moesten ze blijven.

De razzia’s zijn in volle hevigheid: steeds meer mensen stromen het terrein op. Terwijl zitten Moe en Maurice thuis in angstige spanning te wachten. Om zeven uur komt er een lange rij groene politie wagens de buurt in gereden en beginnen de zwarte en groene politie de Joodse mensen uit hun huizen te halen. Allemaal worden ze naar de Polderweg gebracht. Moe en Maurice zijn er ook bij. Hoe het hun op dit moment verging kan ik mij voorstellen. Het werd hun laatste tocht door hun zo bekende straten. We zouden hun nooit meer zien.

Op de Polderweg werd het een chaos: iedereen zocht iedereen. Wat zich daar afgespeeld heeft was onmenselijk, onnatuurlijk en onbeschrijfelijk. De volgende morgen, zaterdag 3 oktober, kwam mijn zus Clara al voor zeven uur bij ons om te vertellen wat er gebeurd was.

We verkeerden in de omstandigheden waarin we iedere dag konden verwachten dat het ergste zou kunnen gebeuren, maar nu we wisten dat die duivels ook onze onschuldige ouders en jongste broertje in hun klauwen hadden, stortte onze wereld in. Die dag heb ik als volwassen man gehuild.

Het laatste levensteken kreeg ik op maandag 5 oktober: het was een briefkaart die Moe schreef nadat ze de hele nacht op het kale terrein hadden moeten doorbrengen in de open lucht! Een hond laat men in een hok overnachten. Maar die moffen verzonnen altijd weer andere krankzinnige martelingen die ze de Joodse mensen konden aandoen. Ondanks de spanning en de emoties had Moe haar verstand nog bij elkaar. Ze had gezorgd dat als ze de gelegenheid kreeg, direct zou kunnen schrijven en dat deed ze. Op het station van Bussum kon ze de briefkaart uit de trein gooien en een welwillend mens heeft deze op de brievenbus gedaan.

Geplaatst op 29 December 2023 door de redactie van het Joods Monument met toestemming van overlevende familie.

 

Alle rechten voorbehouden