Biografie

Het lot van Henriette Cato Oudkerk en haar man Gerard Oudkerk.

Henriette Cato Oudkerk was de dochter van Heiman Oudkerk en Helena Sondervan, geboren op 28 September 1906 en woonde thuis bij haar ouders in de Roelof Hartstraat 26 III in Amsterdam-Zuid. Zij werkte als kantoorbediende had haar diploma’s 5-jarige HBS-A, ook bekend als de O.H.S. – de Openbare Handels School, als ook voor steno-typen en sprak zeer vlot Engels. 

In 1941 werd Henriette Cato geregistreerd bij de Joodse Raad van Amsterdam, waar zij een hele flinke indruk gemaakt had. Op 20 Juli 1942 kreeg zij een functie als secretaresse bij de Algemene Dienst van de Joodse Raad, afdeling “Voorlichting” op de Lijnbaansgracht 366, werd daardoor “gesperrt”, voorlopig vrijgesteld van deportatie, waardoor niet alleen zij, maar óók haar huisgenoten, haar ouders in dit geval, voorlopig niet op transport gesteld werden.

Echter haar jongere broer Emanuel Herman was echter al op 11 Juni 1941 bij de 2e razzia van Amsterdam gearresteerd en naar Mauthausen gestuurd en daar op 18 October 1941 om het leven gekomen. 

Op 21 April 1943 trouwde Henriette Cato Oudkerk in Amsterdam met haar verre neef Gerard Oudkerk. Hij was een zoon van de kleermaker Meijer Oudkerk en Dina van Praag en was eveneens in Amsterdam geboren op 11 October 1913. Gerard verdiende zijn brood als tapijthandelaar en volgens zijn eigen opgave bij de Joodse Raad tijdens de verplichte registratie in 1941, had hij vroeger gewerkt als binnenhuisarchitect. Voorts hij 4-jaar handelsschool doorlopen.  

In de eerste jaren van 1930 was de familie Meijer Oudkerk vanuit Den Helder naar Amsterdam verhuisd en woonden in de Van Eeghenstraat 44. Meijer Oudkerk is daar op 15 December 1935 overleden, 62 jaar oud. Vervolgens woonde Gerard met zijn moeder op diverse adressen in Amsterdam-Zuid, zoals in de Nicolaas Maesstraat, op de Amsteldijk, de Johannes Verhulststraat en als laatste vanaf 9 Mei 1939 in de PC, Hooftstraat 100, waar zij inwoonden bij Maurits Baars en zijn vrouw.  

Gerard Oudkerk kreeg na zijn registratie bij de Joodse Raad een functie in "Rusthuis Van Eeghenstraat 44" waar hij aangesteld werd voor algemeen huiswerk en ziekenverzorging maar per 1 Juli 1942 werd hij medewerker Groentedistributie, waartoe hij een legitimatie met nr. 618 van de Joodse Raad kreeg en waardoor hij voorlopig “gesperrt” was voor deportatie. Tot dan toe was Gerard nog altijd ongehuwd totdat hij op 21 April 1943 met zijn verre nicht Henriette Cato Oudkerk trouwde. 

Zowel Gerard als Henriette Cato hadden Sperre-nummers die lagen tussen de 80000 en 100000, wat de feitelijke Joodse Raad stempels waren. Zij behoorden beiden tot de Joodse Raad medewerkers die volgens Aus der Fünten, na de massale razzia van 20 Juni 1943 waarbij toen meer dan 5500 Joodse bewoners van Amsterdam op transport werden gesteld, tóch nog nodig waren om een minimale Joodse Raad nog draaiend te houden. Beiden waren deel van de nog 170 Joodse Raad medewerkers die een z.g.”Ausnahme Bescheinigung 170” kregen, de allerlaatste vrijstelling van deportatie.  

Op 14 Augustus 1943 echter werd het nog prille echtpaar Oudkerk-Oudkerk alsnog opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij terecht kwamen in barak 61 en op 24 Augustus volgde deportatie naar Auschwitz. 

Uit naoorlogs onderzoek van het Rode Kruis is gebleken dat ook voor dit transport de algemene regel gold, dat jonge kinderen tot 15 jaar, moeders met kinderen, zwangere vrouwen, alsmede zwakke, zieke en oudere personen, in de regel boven ± 50 jaar, hetzij terstond bij aankomst in Auschwitz, hetzij na verblijf van enkele weken in z.g. "quarantaine", door vergassing om het leven werden gebracht. 

Anderzijds bleek óók, dat van het transport van 24 Augustus 1943 na selectie bij aankomst in Auschwitz, de voor arbeid geschikt geachte mannen voor het overgrote merendeel werden overgebracht naar Monowitz-Buna; de overgebleven vrouwen werden nagenoeg allen bestemd voor experimenten.  

Uit dat onderzoek kan worden afgeleid dat Gerard Oudkerk in Monowitz tewerkgesteld is geworden en het gevangenennummer 139818 kreeg, en dat Henriette Cato Oudkerk geselecteerd werd voor “medische” experimenten. Lees ook:

Na de oorlog hebben de Nederlandse Autoriteiten de conclusies uit de Rode Kruis onderzoeken overgenomen, waaruit bleek (zoals ook is genoteerd op zijn registratiekaart van de Joodse Raad), dat Gerard Oudkerk op 10 October 1943 werd opgenomen in de "Krankenbau" (gevangenishospitaal) van Monowitz-Buna en weer werd ontslagen op 9 November 1943, maar vervolgens opnieuw in de Krankenbau werd opgenomen op 2 December 1943 maar al weer werd ontslagen op 5 December 1943.

Later is door de autoriteiten vastgesteld, dat Gerard Oudkerk op 8 Januari 1944 in de omgeving van Auschwitz is overleden. De gemeente Amsterdam kreeg toen opdracht een akte van overlijden voor hem op te maken, waarin is vastgelegd dat hij op 8 Januari 1944 in de omgeving van Auschwitz is overleden. 

Uit dat naoorlogse onderzoek van het Rode Kruis is de algemene conclusie inzake vrouwen, die voor het ondergaan van "medische" experimenten opgenomen zijn geweest in de zg. "experimentenblokken", dat in aantal gevallen individuele vaststelling van het overlijden niet mogelijk was.

Het enige wat met betrekking tot deze vrouwen met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld is, dat zij op het tijdstip van de grote evacuatie van 18 Januari 1945 niet meer in leven zijn geweest, omdat kan worden aangenomen, dat de namen van alle vrouwen, die in November 1944 naar Bergen Belsen zijn afgevoerd, of met het evacuatie- transport zijn meegegaan, uit de verklaringen van overlevenden bekend zijn geworden. 

Ten aanzien van deze categorie kan dus slechts worden geconcludeerd, dat de daartoe behorende vrouwen zijn overleden in Auschwitz of Birkenau, niet eerder dan de dag na aankomst in Auschwitz (3 dagen na vertrek uit Westerbork), en uiterlijk 18 Januari 1945 (datum van de evacuatie). 

De Nederlandse Autoriteiten hebben na de oorlog ook deze conclusie uit het Rode Kruis onderzoek overgenomen waarna de gemeente Amsterdam opdracht kreeg om ook voor Henriette Cato Oudkerk-Oudkerk een overlijdensakte op te maken, waarin is vastgelegd dat zij op 18 Januari 1945 in de omgeving van Auschwitz is overleden. 

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Heiman Oudkerk, archiefkaarten van Gerard Oudkerk en Henriette Cato Oudkerk; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Henriette Cato Oudkerk-Oudkerk en Gerard Oudkerk; woningkaarten Amsterdam voor Gerard Oudkerk/Amsteldijk 16 en P.C. Hooftstraat 100; overlijdensaktes voor Gerard Oudkerk nr. 31 d.d. 30-10-1953 uit het A-register 102-folio 7 en voor Henriette Oudkerk-Oudkerk nr. 21 d.d. 29-01-1954 uit A-register 103-folio 5; het archief van het Rode Kruis, publicatie Auschwitz IV uit October 1943/transport 24 Augustus 1943 en de blz. 43 sub I, 44, 45, 46, 47, en 49 en de samenvattende conclusies van de pagina’s 65, 66 en 67 en uit Auschwitz VI/evacuatietransporten 18 Januari 1945 (blz.7 e.v.); website ITS Arolon/lijsten overledenen w.o. Gerard Oudkerk en Henriette Oudkerk-Oudkerk; website Jodentransporten vanuit Nederland.nl/transport 24 Augustus 1943.

Alle rechten voorbehouden