In maart 1924 kwam de 36-jarige diamanthandelaar Jacob Ullman op de verdieping wonen van weduwe Paulina Eidinow-Lewis op de Blasiusstraat 35 II in Amsterdam. Jacob had oorspronkelijk de Hongaarse nationaliteit, maar hij werd in 1931 Nederlander. Bij zijn naturalisatie werd het volgende opgetekend:
De verzoeker, genoemd in artikel 1 onder 17°., is te Antwerpen geboren. Van 1914 tot 1920 heeft hij hier te lande gewoond. Daarna heeft hij eenige jaren verblijf gehouden ten huize zijner moeder, die inmiddels naar Antwerpen was verhuisd. Sedert 1924 is hij weder onafgebroken in Nederland woonachtig, waar hij een bestaan heeft. Hij is voornemens steeds hier te blijven wonen. Zijn broeder werd bereids tot Nederlander genaturaliseerd.
In die tijd haalde hij het brevet van moheel (ritueel besnijder). Zijn vader en broer waren bekende orthodoxe rabbijnen.
In 1940, kort na de bezetting van Nederland, probeerde Jacob Ullmann met zijn moeder, die toen in Antwerpen woonde, te vluchten – mogelijk naar Engeland. Ze kwamen niet verder dan Duinkerken. Op 21 of 22 mei kwamen ze terug in België. Na een verblijf van 24 mei tot 1 juni in Pension Lydia in Sint-Idesbald keerden Johanna Ullman-Schreiber en Jacob Ullman terug naar Antwerpen. Jacob trok in bij zijn moeder aan de Korte Herentalsestraat 9. Zijn broer Salomon was inmiddels opperrabbijn en vanaf eind 1941 voorzitter van de Vereeniging van Joden in België (VJB) – de Belgische tegenhanger van de Joodse Raad.
Jacob werd opgepakt tijdens een razzia die plaatsvond tijdens het Joodse nieuwjaar op 11 en 12 september 1942. Hij werd via Mechelen naar Auschwitz gedeporteerd. In 1942 deporteerde de bezetter vooral niet-Belgische Joden. Jacob werd daar, als Nederlander, slachtoffer van. Zijn transport naar Auschwitz stopte in Cosel. Mannen onder de 50 werden opgeroepen daar uit te stappen. De meesten (ca. 250) gaven daar gehoor aan. Zij werden tewerkgesteld in een van de kampen. Na de oorlog is in België voor Jacob ‘eind 1942’ als overlijdensdatum vastgesteld.
Als gevolg van deze ‘recente gebeurtenissen’ trad Jacobs broer Salomon af als voorzitter van de VJB. Zijn moeder Johanna Ullman-Schreiber overleed op 30 november 1944 in Antwerpen. Salomon overleefde de oorlog en overleed op 26 mei 1965 in Brussel.
Bronnen
- Yad Vashem. Transport IX from Caserne Dossin (Malines-Mechelen), Camp, Belgium to Auschwitz Birkenau, Extermination Camp, Poland on 12/09/1942;
- Kamerstukken II 1930/31, 220, nr. 3;
- ‘Mohelim commissie’, Centraal blad voor Israëlieten in Nederland, 8 januari 1931, p. 7;
- Gezinskaart J. Ullman, NL-AsdSAA: archiefnummer 5422, inventarisnummer 1507;
- Archiefkaart Jacob Ullman, NL-AsdSAA: archiefnummer 30238, inventarisnummer 827, no. 124;
- FelixArchief Antwerpen, Vreemdelingendossiers, Inventarisnummer 481#268028 (Ullman Jacob 18/01/1888);
- Nationaal Archief, Den Haag, Reichskommissariat in den besetzten Niederländischen Gebieten - Feindvermögensverwaltung, nummer toegang 2.08.68, inventarisnummer 1233 (Ullman, Jacob, Antwerpen);
- Vastenhout, L. (2023). ’Filling a Leadership Void: Salomon Ullmann's Position during Nazi Occupation’ in: Les Cahiers de la Mémoire Contemporaine = Bijdragen tot de Eigentijdse Herinnering. 16 (2022/23), blz. 143-169;
- Jewish Telegraphic Agency (1965). ’Dr. Solomon Ullman, Former Belgian Chief Rabbi, Dead; Was 83’ in: Daily News Bulletin. 32 (104), p. 4.