De jongste van de vier zonen van Sander Sanders en Esther Morpurgo was Aron Sanders, die geboren was op 19 Juni 1913 in Amsterdam. Na 6-jaar lagere school volgde Aron een 3-jarige handelsschool en startte zijn werkzame leven als magazijnbediende bij een grossier in sponsen en zeemleer. Tegelijkertijd volgde hij op de handels-avondschool nog cursussen boekhouden en steno Nederlands en Engels.
Op 1 Maart 1932 werd Aron wegens broederdienst vrijgesteld voor de Nationale Militie. Hij woonde toen met zijn ouders in de Holendrechtstraat 15 huis, waar enkele maanden later dat jaar, zijn vader overleed. Zijn moeder was al in 1918 gestorven, toen Aron nog maar 5 jaar oud was.
Op 23 October 1940 trouwde Aron in Amsterdam met de 23-jargie Celine Schuitevoerder, een dochter van Louis Schuitevoerder en Hanna Jacobs, die geboren was op 20 Augustus 1917 in Amsterdam. Celine werkte als modiste en als handwerkster.
Nadat het huwelijk was gesloten, verhuisde Aron van zijn “voorlaatste” adres Vechtstraat 22 III in de Amsterdamse Rivierenbuurt naar de Jan Lievenstraat 42 II in Amsterdam Oud-Zuid en Celine trok toen bij Aron in. Op 19 September 1941 werden zij verblijd met de geboorte van een dochtertje, Elsje Sanders.
Ook het gezin van Aron Sanders werd, zoals alle Joden in Nederland, vanaf begin 1941 verplicht geregistreerd bij de Joodse Raad. Uit verdere aantekeningen op de registratiekaart van Aron Sanders blijkt, dat hij op 6 Maart 1943 is afgevoerd naar Westerbork en daar in barak 62 is terechtgekomen.
Op de registratiekaarten van Celine Sanders-Schuitevoerder en haar dochtertje Elsje worden géén data vermeld die aantonen wanneer zij naar Westerbork zijn overgebracht. Wél is op de kaart van Elsje een notitie gemaakt wat aantoont, dat in elk geval aan de toen 1 ½ jarige Elsje met een BNH treinbiljet (Biljet Naar Hooghalen - 41/BNH/ 6162) is verstrekt.
Tussen 24 Februari 1943 en 8 Maart 1943 blijken er vanuit Amsterdam géén transporten naar Westerbork te zijn vertrokken. D.w.z. dat de aankomst op 6 Maart 1943 van Aron Sanders en Celine Sanders-Schuitevoerder óók middels zo’n extra verstrekt BNH treinbiljet moet hebben plaatsgevonden, al staat dat niet expliciet op hun registratiekaarten van de Joodse Raad aangetekend.
Het gezin van Aron Sanders werd op 10 Maart 1943 gedeporteerd naar Sobibor, in een transport van meer dan 1100 slachtoffers, waaronder óók de wezen uit het Joodse Weeshuis uit Den Haag. Dit transport werd voor de laatste keer uitgevoerd met personenwagons; daarna werden veewagons gebruikt.
Bij aankomst in Sobibor op 13 Maart 1943 werden de 29-jarige Aron Sanders, zijn 25-jarige vrouw Celine Sanders-Schuitevoerder en hun 1½ -jarige dochtertje Elsje bij aankomst op die 13e Maart 1943 direct in de gaskamers van Sobibor vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Sander Sanders (1874); archiefkaart van Aron Sanders; Militieregister Amsterdam met Aron Sanders; diverse woningkaarten Amsterdam; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Aron Sanders, Celine Sanders-Schuitevoerder en Elsje Sanders; informatie van Raymund Schütz/BNH-Biljet Naar Hooghalen en de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl/10 Maart 1943.