Bij het Maliebaanstation in Utrecht, tegenwoordig het Spoorwegmuseum kwam afgelopen week een bijzonder document naar boven. Het gaat om een oproepbericht waarbij een joodse inwoner zich moest melden bij het Maliebaanstation. Het gaat om een oproep aan de joodse man Herbert Meijer. Twee jaar geleden kwam Jaap Slager, een vastgoedman en tevens de zoon van Herbert Meijer dit document op zolder tegen toen hij een aantal gekochte huizen aan de Denneweg in Den Haag liet verbouwen. Jaap bracht dit document na een mislukte poging om het zelf tentoon te stellen naar het Spoorwegmuseum. Conservator Evelien Peterse was zeer verrast toen ze dit document onder ogen kreeg. Ze had nooit eerder een oproep om zich te melden bij het Maliebaan station gezien. Het document is inmiddels toegevoegd aan een tentoonstelling gewijd aan de zwarte geschiedenis van het Maliebaanstation. In juli wordt het toegevoegd aan de vaste expositie 'De kinderen van Versteeg'
Het station Maliebaan werd in 1874 geopend aan de Oosterspoorbaan, een spoorlijn tussen Hilversum en Lunetten. De spoorlijn was een zijtak van de spoorlijn Amsterdam - Zutphen. Het station was vanaf het begin van de opening in 1874 geen daverend succes. Dat werd vanaf de opening van de halte Biltstraat in 1885, die gunstiger was gelegen alleen maar slechter. Uiteindelijk werd in 1921 een rechtstreekse verbinding aangelegd tussen Hilversum en Utrecht CS. Hierdoor nam het aantal treinreizigers vanaf het Maliebaanstation verder terug. Nadat in 1938 de NS werd opgericht als fusie van de HIJSM (Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij) en de SS (Staatsspoor) werd het station overbodig verklaard. In 1939 werd het gesloten en enkel nog gebruikt voor goederenvervoer. Echter werd het Maliebaanstation tijdens de oorlog weer geopend om joden te transporteren naar kamp Westerbork en vandaar uit naar de concentratiekampen waarbij de meeste direct na aankomst zijn vermoord. In 2015 is aan de Johan van Oldenbarneveltlaan een gedenkteken opgericht voor de 1.239 Joodse slachtoffers uit de stad Utrecht.
Herbert Meijer kwam niet opdagen toen hij die oproep kreeg en was daarvoor al verhuist naar de Denneweg in Den Haag waar zijn schoonouders woonde samen met zijn pasgetrouwde vrouw. Later kwam zijn broer Ernst die eigenlijk in Otterlo woonde ook wonen aan de Denneweg om onder te duiken. Op 6 mei 1943 deed de Gestapo een inval in het huis om joden op te pakken. Daarbij werd broer Ernst opgepakt. Herbert wist via het dak te ontkomen en zich daar schuil te houden van de Duitsers. Hij moest vanaf het dak toekijken hoe zijn broer werd meegenomen.
Ernst werd eerst gevangengezet in het Oranjehotel in Scheveningen, waarna hij via kamp Westerbork werd gedeporteerd naar Sobibor, waar hij meteen na aankomst werd vermoord. Hun ouders werden eind 1942 in Putten opgepakt en later werden ze in Auschwitz vermoord. Herbert dook daarna onder op meerdere adressen en overleefde de oorlog, evenals zijn oudere broer Hans. Na de oorlog is Herbert teruggekeerd aan de Denneweg waar dit document is gevonden. Zoon Jaap werd daar geboren.
Bron: www.nieuws030.nl