Biografie

Over Maurits Appelboom, zijn vrouw Sophia Wilhelmina Neuburger en hun kinderen Dorus en Betty.

Maurits Appelboom was de zoon van Abraham Appelboom en Debora Mok. Hij werd in de Lepelstraat 59 te Amsterdam geboren op 14 November 1898. Hij werd net als zijn vader lid van de ANDB en leerde het daar het van  briljantslijpen. Op 19 Mei 1919 werd hij als lid 5139 aangenomen.  Hij bleef in het diamantvak werkzaam totdat hij in 1926 in het huwelijk trad.

Vóórdat Maurits trouwde, woonde hij al sinds Januari 1920 niet meer thuis in de Ingogostraat 13 1e etage maar woonde in bij Vos in de Lepelstraat 59 III-hoog; In 1924 verhuisde hij en vond inwoning in de Mauritsstraat 12 II-hoog bij Samson Monnikendam en vanaf Januari tot Mei 1926 woonde hij weer thuis in de Ingogostraat 13 I tot aan zijn huwelijk.

Die vond plaats op op 29 April 1926 toen Maurits Appelboom met Sophia Wilhelmina Neuburger in het huwelijk trad; zij was op 6 September 1898 eveneens in Amsterdam geboren als dochter van Andries Neuburger en Betje Eljon. Nadat het huwelijk gesloten was, betrokken zij een woning in de Linneausparkweg 72 in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Maurits verdiende vanaf toen zijn brood als handelsreiziger in rijwielen.

Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. op 23 November 1927 Dorus en op 21 Augustus 1929 werd hun dochter Betty geboren. Tot aan hun verplichte registratie bij de Joodse Raad in 1941 en hun deportatie woonde het gezin op de Linneausparkweg in de Watergraafsmeer.

Uit het archief van het Rode Kruis blijkt, dat er tussen 31 Maart 1943 en 11 Mei 1943 geen trein-transporten met Joden naar Westerbork reden, die doorgaans vanuit Amsterdam vertrokken. Mogelijk hebben de April-Mei stakingen van 1943 daartoe bijgedragen. “De gebeurtenissen van 29 April tot 7 Mei 1943 en de gevolgen van de stakingsactie” zijn uitvoerig beschreven in het boek door Dr. P.J. Bouman, hoogleraar aan de Universiteit van Groningen, uitgegeven door Martinus Nijhof, Den Haag 1950.

Er reden geen treinen van Amsterdam naar Westerbork in de eerder genoemde periode. Tóch werd het gehele gezin Appelman op Vrijdag 30 April 1943 in Westerbork binnengebracht na te zijn gearresteerd of  “na 8 uur ’s avonds opgehaald uit hun huis”, het tijdstip waarna het  Joden verboden was hun huizen te verlaten en zich op straat te begeven. Dat is helaas niet bekend.

Aangekomen in Westerbork werd het gezin Appelman ondergebracht in barak 60 en op 4 Mei 1943 gedeporteerd naar Sobibor in een transport van 1187 slachtoffers. Na aankomst werden Maurits Appelman en zijn vrouw Sophia Wilhelmina Neuburger, beiden 44 jaar oud én hun kinderen Dorus en Betty Appelman, respectievelijk 15 en 13 jaar oud, direct na aankomst in de gaskamers van Sobibor vermoord. Van dit transport waren geen overlevenden.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Abraham Appelman (1869) en Maurits Appelman (1898); archiefkaarten van Maurits Appelman, Sophia Wilhelmina Neuburger, Dorus en Betty Appelman; ANDB leden kaarten van Maurits Apelman; woningkaart Amsterdam/Maurits Appelman bij Samson Monnikendam en de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl/transport 4 Mei 1943.

Alle rechten voorbehouden