Addition

Hartog Zadick

Hartog Zadick werd geboren op 26 augustus 1878 te Arnhem als kind van Lion Zadick en Rebekka Cohen, beiden van joodse afkomst. Zadick huwde in eerste echt met Elise van Wien, welk huwelijk in 1936 door het overlijden van laatstgenoemde werd ontbonden. Uit dit huwelijk werd een dochter, Rebecca, geboren, die echter kort na de geboorte overleed. In december 1940 huwde Zadick in tweede echt, buiten gemeenschap van goederen, met Betje Van Gelder (1900-1974).

Het echtpaar Zadick woonde aan de Richard Wagnerstraat 12 te Amsterdam. Zadick was koopman en handelde in textiel. Na de Duitse inval in mei 1940 werd het echtpaar Zadick getroffen door de anti-joodse maatregelen van de bezetter. Zo werden zij gedwongen enige tientallen schilderijen in te leveren bij de roofinstelling Lippmann, Rosenthal & Co. (hierna: Liro). Ook werd het echtpaar gedwongen te verhuizen naar een woonhuis aan het Afrikanerplein te Amsterdam, in een door de bezetter aangewezen ‘Joodse Wijk'. Volgens naoorlogse opgaven van Betje van Gelder is de inboedel op beide adressen in beslaggenomen en zijn daarnaast goederen die het echtpaar bij een expediteur had opgeslagen medio 1942 geconfisqueerd.

Het echtpaar Zadick is via Westerbork gedeporteerd naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. Zadick overleed op 30 mei 1945 in Tröbitz (Duitsland). Betje van Gelder overleefde de oorlog en keerde na de bevrijding terug naar Nederland. Zij overleed op 20 mei 1974.

Bron: Advies RC 1.100, d.d. 3 mei 2010, van de Adviescommissie Restitutieverzoeken. http://www.restitutiecommissie.nl/rc_1.100/advies_rc_1.100.html