Hij begon zijn carrière voor de Tweede Wereldoorlog als operazanger, met optredens in binnen- en buitenland. Later maakte hij in Nederland deel uit van het Kurhaus-cabaret van Louis Davids.
Als zanger had hij diverse grammofoon- en radio-opnames op zijn naam. Uit 1938 is een geluidsopname bewaard gebleven: Charles Aerts zingt Heimwee
Na de oorlog richtte hij een theaterbureau op en werd hij de de facto grondlegger van het moderne Nederlandse impresariaat.
Vanaf de jaren zestig maakte hij vooral naam met artiesten als Gilbert Bécaud, Charles Aznavour, Maria Callas en Andrea Bocelli, die hij voor optredens naar Nederland haalde.