Ruim een jaar nadat de briefkaarten uit Westerbork op het Joodsmonument zijn geplaatst, meldde Janet Kirchheimer uit Amerika, zich bij het Joods Historisch museum. Zij was de dochter van Julius Kirchheimer (1921-2011), de oudere broer van Josef, die op tijd naar Amerika ontkwam. Zij schonk het museum foto's van haar familie en het portret van Josef.
Heel verrassend gaf zij ook een poppenjurkje met geborduurde initialen M.W. (Meisjes Weeshuis, Rapenburgerstraat Amsterdam). Janets moeder (Margot Kirchheimer-Strauss) bleek daar als Duitse vluchtelinge vanaf 1936 te hebben gewoond. De pop kreeg ze van het weeshuis bij haar afscheid van het weeshuis. Het jurkje bleef bewaard, de pop verdween in de loop der tijden. In 2007 werden nog een sok en een schoentje van de pop opgestuurd naar het museum, samen met een dichtbundel van Janet.
Een paar maanden later (in 2008) vertaalde Jelka Kröger, werkzaam bij het JHM, de Hebreeuwse tekst op een torawikkel van de Joodse Gemeente Maastricht. Tot haar ontroering en verbazing bleek dat de naam, die temidden van allerlei vrolijke aan Poeriem gerelateerde motieven op de wikkel stond, die van Josef Kirchheimer was. De reactie uit Amerika op de deze vondst was overweldigend. Door tussenkomst van het JHM heeft de heer Wesley van de Joodse Gemeente Maastricht besloten de torawikkel aan de Amerikaanse familie Kirchheimer te schenken.
