Addition

Laatste brieven van Ursula Irmgard Frank

By: Rosine

Er zijn vijf brieven bewaard gebleven, die Ursula aan haar vader en andere familieleden/vrienden heeft geschreven tussen mei 1941 en 14 juli 1942. Soms schreef ze in het Duits, soms in het Nederlands. De originelen bevinden zich in de documentenverzameling van het Joods Historisch Museum.

Laatste brieven van Ursula Irmgard Frank

Amsterdam, 25 mei 1941

Beste allen,

Schrik niet, maar ik dwing me zelfs om brieven te schrijven. Het gaat mij alweer tamelijk goed. Mijn oor is bijna goed. Ik ben alleen nog ontzettend moe. Ik zal blij zijn als het vrijdag is en mevrouw de dokter weggaat en voor mij de vakantie begint. Op dinsdag 3 juni wil ik dan naar jullie gaan. Ik verheug me werkelijk heel erg op de vakantie en heb die ook erg nodig.

Thepi*(koosnaam voor haar vader Arthur-red.) ten eerste: heb je eraan gedacht om mama bon 31 voor suiker te geven? Ten tweede: ben je nog eens in Nunspeet geweest? Indien ja, heb je verteld dat het ‘monster mevrouw Frank’ jouw kwajongen is? Nu, ik zal het de man direct vertellen, als hij het nog niet weet, dan is hij niet zo van zijn stuk gebracht.

Het allerergste momenteel is echter dat Peter, een Peter-zij- is en later jongen krijgt, natuurlijk pas wanneer ze groot is. Nu heet de jongedame niet meer Peter, maar Manni. Ze is groot geworden en heel aardig. Ze is heel teder en ze snort heel luid, wanneer je haar verwent. Ze vindt het heerlijk om op mijn bed te liggen en wordt boos wanneer ik het waag haar van bed te halen, omdat ik immers het bed ook weer eens opklappen moet. Na het eten slapen we altijd samen. Nu, dat is iedere dag of zo vaak ik het doe, een feest voor Manni.

Hoe gaat het bij jullie? Zijn jullie allemaal gezond en wel? Wel, ik heb het nu toch tenminste grondig gedaan. Ik heb een dikke pyjama met lange mouwen voor mij genaaid, die heel warm en mooi is. Voor de dokter heb ik een trui gebreid, die nu klaar is en haar goed past.

Nu, meer nieuws heb ik niet. Jullie allen vele hartelijke groeten en kussen, jullie Uski.

 

Amsterdam, 21 augustus 1941

Beste Thepi,

Van harte gefeliciteerd met je verjaardag (vader Arthur Frank was jarig op 22 augustus* red.). Hopelijk heb je er wat aan, want het is immers op een vrijdag, maar dan kunnen jullie tenminste ’s avonds gezellig bij elkaar zitten. Mijn cadeau is ook klaar en wacht slechts daarop dat jij het op een van de komende zondagen komt afhalen. Ik weet alleen niet zo precies wanneer wij dienst hebben. Maar er is nog tijd. Manni zit naast mij en laat jou hartelijk groeten en feliciteren. Zij is beeldschoon, brutaal, verwend en heel, heel teder geworden. Ik ben haar grootste liefde.

Ik heb het momenteel erg druk met de bel en moet alle twee minuten ophouden. Straks moet ik ook nog een heleboel boodschappen doen. Vanmiddag krijgen wij visite van Tommy en zijn moeder voor het eten,

Het weer is afschuwelijk. Eerst was het zo heerlijk vanmorgen en nu komt er weer zo’n stortbui, dat je daar in een minuut of twee kletsnat bent. Veel nieuws weet ik niet. Ik brei nu een hemdje voor mij in rose, net als dat blauwe. Ik geloof dat u het gezien heeft? Komen morgenavond vrienden naar je toe? Misschien is het toch prettig voor je, he?

Nou en nu het beste voor jullie allemaal en de groeten voor allen, die naar me vragen en een zoen voor de familie, voor jouw een extra zoen, je Urke

 

 

 

Amsterdam, 27 april 1942

Beste Thepi,

Hartelijk dank voor je lieve brief. Mijn gebit glanst weer in volle schoonheid. Maar nu eerst het belangrijkste. Ik kreeg vrijdag een brief van Mucke* (haar moeder-red.) waarin zij mij meedeelde, dat zij Krefeld op 21 april moet verlaten. Dus ze was al weg, toen ik dit bericht kreeg. Nu ja, hoe treurig het ook is, we weten ook niet waar het goed voor is.

Met mij gaat het goed. Kan er niets gedaan worden aan je neus? Lucht door je neus ademen gaat prima, ja? Moest je snel ‘sellucker’ of ‘koekoek’ zeggen? Ik ken dat immers heel goed. Als het niet helpt en je dan niets hoort, krijg je ‘Tubenkatheder’ of sonderen noemt men dat. Nu, dat is minder prettig! Hoe gaat het met de heer Hirsel? Groet hem toch heel hartelijk van mij en van harte beterschap gewenst. Het lijkt er wel op dat een van jullie steeds het bed warm moet houden!

Fijn, dat jullie een aardige huisknecht hebben. Met mij gaat het prima. Ik zie er goed uit. Ik ben haast nooit thuis. Vandaag moet ik vroeg twee bezoekjes brengen en vanmiddag ben ik uitgenodigd. Vanavond ben ik, zoals gewoonlijk, bij mijn Hongaren. En volgende week zijn er ook alweer avonden bezet, er blijft zelfs een avond over, maar ik weet niet zeker of ik die avond hier zal blijven. Wanneer ik eens alleen thuis ben, heb ik het gevoel dat ik op bezoek ben bij mezelf. Natuurlijk kom ik daardoor tot niets. Ik zou eigenlijk kousen moeten stoppen en naaien, maar dat blijft van de ene week tot de andere liggen.

Hoe gaat het verder bij jullie, allen gezond? Wat doet Tommy? Grete zullen jullie wel niet al te erg missen?

Gisteren en vandaag veertien dagen geleden was ik bij een bar mitswa. Ik heb daar meegeholpen, omdat de kookster de mensen in de steek liet en niet verscheen. Leuk he? Nu ja, het was heel aardig. Bekenden van mij zijn familie van mijn Neumännern, die er voor zorgen dat ik naar de mijnen kan. Vorige zondag was ik bij juffrouw Heilbronner, gisteren was ik daar ook, zij groet jou.

Zo en nu weet ik niets meer. Vele hartelijke groeten en kussen voor allen,

Je Uske

 

Amsterdam, 6 juli 1942

Mijn geliefden,

Lisel heeft jullie zeker al per telefoon verteld, dat ik een oproep heb gehad om voor de Arbeidsdienst naar Duitsland te gaan. Gisteren heb ik de kaart gekregen en moest mij vandaag in alle vroegte melden. Op 15 juli moeten wij van hier vertrekken, maar tot het zo ver is, is er nog veel tijd!

Met mij gaat het goed, alsjeblieft, maak jullie niet bezorgd, als het mogelijk is, blijf ik altijd met Lisel samen. Dus alsjeblieft, maak het duidelijk aan Thepi! Mijn cheffin is heel aardig voor mij, ik kan nu met mijn tijd doen en laten wat ik wil en natuurlijk daar eten. Morgenmiddag ga ik naar Lisel. Nu, en verder geen nieuws, maar ik geloof, dat het wel genoeg is voor vandaag. Als ik nog iets heb, schrijf ik jullie, nu moet ik kaartspelen, bij ons op zolder.

Hartelijke groeten en kussen,

Jullie Uske

 

Amsterdam, 14 juli 1942

Beste Thepi,

Nu is het bijna acht uur, bijna alles is ingepakt, ik zou willen dat ik al in de trein zat. Met mij gaat het goed. Stuur alstublieft de brieven, die ik jou zal schrijven, aan Neumann Scheldestraat 41. Hierbij een lijst met de namen van mijn vrienden, die ook van mij horen moeten. Schrijf alstublieft steeds een groet van mij aan mijn vriend in Zwitserland, Gerhard Schwersenz, Basel Klingelbergstr. 5 bij Ruof.

Zo, en nu nog alle liefs en goeds en nog hartelijke groeten,

Jullie Ucki

 

Lijstje namen:

Mej. J. de Vink, Uiterwaardenstr. 404

Dr. Riesenfeld, Scheldestr. 187

Neumann, Scheldestr. 41

Rosenbaum, Merwedeplein 3

Bronner, Gaaspstr. 11

Rosenberg, Z. Amstellaan 18

Ebstein, Westerscheldeplein 11

Kovales (?) , Scheldestraat 185

Mej. Rensmann, Brachthuyserstr. 2

Nussbaum, Westerscheldeplein

Schwersenz 210 Wyler Avenue Leonhard, Geneve