Toespraak Martin Hemmink bij de onthulling van een Stolperstein voor Levie de Leeuwe voor de Sassenstraat 45A te Zwolle, 3 november 2017.
Levie de Leeuwe is geboren in Zwolle op 12 mei 1896. Zijn ouders waren Jacques de Leeuwe en Naatje Keizer. Jacques de Leeuwe was in 1855 geboren in Zwolle en overleed hier in 1930. Naatje keizer zag het levenslicht in Hasselt in 1861 en stierf in Westerbork op 16 juni 1943.
Levie trouwde op 11 oktober 1921 in Zwolle met Trijntje Diana de Groot, geboren in Meppel op 15 november 1893. Trijntje was gereformeerd.
Levie was dus– in de Duitse terminologie – een gemengd gehuwde Jood. Gemengd-gehuwde Zwolse Joden mochten na de laatste deportaties van 8-9 april 1943 in Zwolle blijven wonen. Zij werden getroffen door allerlei discriminerende maatregelen, maar waren vrijgesteld van deportatie.
Levie de Leeuwe werd echter tijdens de landelijke april-mei staking in 1943 bij de Zwolse politie aangegeven omdat hij met een groepje personen op straat had staan praten en zo het verbod op samenscholing had overtreden. Dit leidde tot de beschuldiging dat hij mensen tot staking zou hebben aangezet. Hij dook daarom onder bij zijn zwager in Hilversum, maar werd daar op 20 mei 1943 door twee Zwolse politiemannen gearresteerd.
Levie kwam op 4 juni 1943 aan in het doorgangskamp Westerbork. Daar heeft hij zijn verblijf nog driekwart jaar weten te rekken, maar op 3 maart 1944 is hij met transport nummer 89 vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Het transport telde 732 mensen, van wie 179 mannen en 76 vrouwen werden als dwangarbeiders werden toegelaten tot het kamp. De overige 477 mensen werden direct na aankomst in de gaskamers vermoord.
Levie kwam tussen maart 1944 en juli 1944om het leven in een onbekende plaats in Midden-Europa. Zijn exacte overlijdensdatum is evenmin bekend. Na de oorlog is zijn overlijdensdatum door de minister van justitie administratief op 31 juli 1944 bepaald.
De Hilversumse zwager van Levie de Leeuwe bracht zeven maanden in het concentratiekampVught door, wegens het geven van onderdak aan Joden.
Zij vrouw Trijntje de Groot en hun enig kind, dochter Egberdina de Leeuwe, overleefden de oorlog. Nakomelingen zijn niet bekend.
Levie de Leeuwe, van beroep koetsier en handelaar in oude metalen, bereikte de leeftijd van 48 jaar.