Helmut Kirschmann werd op 28 oktober 1942 samen met zijn vrouw en hun dienstbode Gabriele Goldschimdt aangehouden door de Amsterdamse politie. Zij zaten in de kelder van het huis aan de Jacob van Lennepkade 3 ondergedoken. Omdat de politie 's avonds plotseling aan de deur stond, gaven zij het drietal de gelegenheid zich aan te kleden voordat ze naar het bureau meegenomen zouden worden. Het drietal wist door de duisternis in het pand, waar slechts 1 kamer verlicht was, verwarring te zaaien. Hierdoor zag de vrouw van Helmut kans om weg te vluchten. Helmut en Gabriele konden worden vastgegrepen door de agenten, maar Helmut's vrouw ontkwam.
In de kelder vond de politie een grote hoeveelheid levensmiddelen, meubelen, aardewerk en kisten met waardevolle spullen. Een van de kisten leek gevuld met boeken, maar daaronder was een grote hoeveelheid zilver verstopt. De rapporteurs, die de taak hadden de goederen te beschrijven en over te brengen, vonden in totaal 654 zilveren voorwerpen, waaronder 112 zilveren messen, 83 theelepels, een zilveren sigarettendoos, 15 zilveren schalen en een zilveren achtarmige kandelaar. Ook vonden ze het paspoort van de vrouw van Helmut.
In de kelder werd totaal ƒ 2075,- gevonden, terwijl joden maar maximaal ƒ 250,- mochten bezitten. Daarnaast had Helmut twee aandelen ter waarde van ƒ 1000,- in zijn bezit. Hij en Gabriele bleven tot begin november in bewaring in het 11e politiebureau van Amsterdam, en werden daarna hoogstwaarschijnlijk voorgeleid aan de SD. Gabriele stierf twee weken na hun arrestatie in Auschwitz. Zij kwam daar op op 13 november 1942 om het leven. Helmut stierf op 15 december 1942 in Auschwitz. Dankzij haar succesvolle vlucht overleefde Helmut's vrouw de oorlog.
Processen-verbaal Gemeentepolitie Amsterdam, K - A20956000074, K - A20956000075