Moses (of Moritz in het Duits) Rotschild was het tweede kind van Andries Rotschild en Jentje van der Rhoer.
Andries is in 1856 in Winschoten geboren, Jentje in 1860 in Den Ham (midden Overijssel).
Moritz had eerst een winkel met feestartikelen. In 1915/1916, dus nog voor zijn trouwen, verhuisde hij zijn bedrijf naar Vor dem Steintor 155, Bremen, waar zijn ouders in de tussentijd woonden. Vermoedelijk gaf hij het bedrijf op vanwege deelname aan de Eerste Wereldoorlog.
Hij trad in 1916 met Recha Emrich in Bremen in het huwelijk. Ze kregen twee kinderen, Oskar en Hella, die allebei geboren werden in Hemelingen. Deze plaats ligt 10 km ten zuidoosten van Bremen.
Na de Eerste Wereldoorlog werd hij handelsbediende. In 1931 begon hij zijn eigen bedrijf met juwelen, snuisterijen - en lederwaren en vanaf 1933 had hij ook een vertegenwoordiging in goederen. Vanaf april 1931 woonde het gezin op Schierkerstraße 15. Voor deze woning zijn hun Stolpersteine geplaatst.
Daar woonden ze maar twee en een half jaar, want eind 1933 “vluchtte” de familie naar Amsterdam. In juni 1941 woonden ze alle vier op het adres Amalia van Solmsstraat 9 te Groningen. Hella ontmoette er haar man Philip van Coevorden, die daar bij zijn moeder woonde.
Op 13 april 1943 werden Moritz en Recha vanuit kamp Westerbork naar Sobibor afgevoerd om daar vier dagen later te worden vergast.
NB.
Met “Stolpersteine + Rotschild + Bremen” is op het internet veel interessante informatie te vinden over het gezin Rotschild-van der Rhoer.