Volgens het CODA archief (Apeldoorn) is Isaac patiënt geweest in het Paedagogium Achisomog. Hij gaat in juli 1936 naar een pleeggezin ('gezinsverpleging'). Het betreft het gezin Salomon en Irene Cohen-Frenkel. In september verhuist hij naar Amsterdam. Kijkend naar vergelijkbare situaties wat betreft gezinsverpleging is het mogelijk dat het een tussenstap was tussen wonen in een woongroep en de terugkeer naar bijvoorbeeld het eigen gezin of zelfstandig wonen. De 'kinderen' waren zover bekend vaak 16+ waarbij de vrouwen soms nadrukkelijk in de leer waren om huishoudelijk werk te verrichten.
Isaac heeft als daginvulling ook geoefend als schoenmaker, er zal gekeken worden of hierin een werkplek voor hem te vinden is. Onbekend of dit gebeurt of gelukt is.
Isaac werkt medio 1938 bij een sigarenfabrikant 'achter het ziekenhuis' en verdient hier één gulden per week mee.
In de maanden voor de plaatsing bij het echtpaar Cohen-Frenkel geeft Isaac aan graag in een gezin te worden opgenomen, het liefste in Amsterdam. Echter is zijn vader 'net' hertrouwd en kan hem niet in huis hebben. Isaac heeft de opperrabbijn en zijn oom aangeschreven met de vraag of ze hem kunnen helpen aan een baantje in Amsterdam. Hij wordt in deze periode door de voogdijvereniging omschreven als ‘een moeilijk jongen die niet snel tevreden is’.
In september 1938 verlaat hij Apeldoorn en trekt naar zijn geboortestad.