Hugo Ganz en de acht jaar jongere Margaretha Kaufmann uit Rotterdam trouwden op 6 februari 193 in Amsterdam. In juni 1919 werd Hugo Ganz als Nederlander genaturaliseerd. Zij kregen twee dochters, Lilian en Alice Josette; Alice heeft de oorlog overleefd.
In augustus 1931 vestigde het gezin Ganz zich n Nijmegen , Groesbeekseweg 200. Later verhuisden zij naar de Postweg 26. In de oorlog doken Hugo en Margaretha onder. Dochter Alice Josette (*Amsterdam 12 nov.1919) verloofde zich op 1 januari 1942 op de Postweg 26 in Nijmegen met de uit Voorburg afkomstige Jozef (Jo) Cohn, met wie zij op 26 februari 1942 in Voorburg trouwde. Hun huwelijk werd op 1 maart 1942 in Amsterdam ingezegend.
Dochter Lilian huwde Jacob Jonas Glaser; beiden kwamen om in Auschwitz.
Na de deportatie van het echtpaar Ganz-Kaufmann werd hun huis, Postweg 26, ingenomen door de NSB-er Hermanus Arts met zijn gezin, die een "jodenwoning" claimde. Samen met zijn moeder de weduwe Truitje Arts-Geerlings(geen NSB-er) vluchtte Hermanus Arts in september '44 naar Duitsland, waar zijn moeder op 27 september 1944 in Buxtehude (Duitsland) is overleden.
De Commissaris van Politie in Nijmegen verzocht in januari 1943 om de aanhouding van Ganz (volgens het Algemeen Politieblad). Op de Amsterdamse gezinskaart van Ganz staat aangetekend:"is hier woonachtig sedert maart 1942". Mogelijk was hij daar ondergedoken. Samen met zijn vrouw werd hij opgepakt, en in het concentratiekamp Auschwitz in Polen vermoord.
www.oorlogsdodennijmegen.nl