De 2e zoon van Isaac van Dal en Bloeme de Hond, Abraham, werd na zes klassen Lager Onderwijs en twee jaar Avondnijverheidsschool, slopersknecht. Hij woonde nog bij zijn ouders, toen hij op 14 februari 1940 een ongeval op zijn werk kreeg.
In een politierapport van het Bureau Linnaeusstraat werd op die dag om 13.30 uur melding gedaan van het ongeval. Op het terrein van het Weesperpoortstation was hij samen met zijn collega Willem Frederik Heerholtz bezig om een balk van het terrein af te dragen. Hij gleed uit, viel en raakte “bloedend verwond”. Hij werd direct door de G.G. en G.D. naar het Israëlitisch Ziekenhuis aan de Keizersgracht 110 gebracht. Verderop in het rapport, om 16.10 uur, is vermeld dat hij bij aankomst in het ziekenhuis was overleden.
Hij was nog maar 20 jaar. Dat de hele familie verslagen was, blijkt uit een overlijdensadvertentie in het Utrechts Volksblad van 16 februari 1940, waarin een groot aantal familieleden van Abraham met hun aanhang is vermeld.
Gebaseerd op de indexen van het stadsarchief van Amsterdam, en op informatie van de website Delpher.nl.