Begin augustus 1939 was Nathan nog ongehuwd. Zijn ouders Leon Kinsbergen (°Steenwijk, 11.10.1860) en Marie Cohen (°Den Haag, 28.04.1869) woonden toen in de Pythagorasstraat 53 te Amsterdam, en daar was hijzelf toen ook gedomicilieerd. Hij was violist en kwam op 13 juli 1939 naar België om te spelen voor rekening van de uitbaters van het "Casino-Kursaal" op de Zeedijk in Blankenberge en "werkt om in zijne noodwendigheden te voorzien". Hijzelf verbleef toen in de Rogierlaan 2 te Blankenberge. Hij bezat een arbeidsvergunning mod.B/173221/10585 geldig voor Blankenberge tot 5 september 1939. Ten laatste op 13 september 1939 was hij terug vertrokken naar huis. De politiecommisaris van Blankenberge liet op 23 augustus 1939 aan de beheerder van de Openbare Veiligheid nog weten: "Deze vreemdeing is gunstig gekend in zijne omgeving onder opzicht van gedrag en zedelijkheid. Hij bemoeit zich niet met politiek en hij beschikt over geen andere inkomsten dan deze voortkomende van de uitoefening van zijn beroep."
Addition