In het reddingverhaal van Pieter van der Laan uit 2003 is een belangrijke rol weggelegd voor de vader van Sophia, voor Ebbel Boerema. Hij werd geboren in 1860 in Opende in de gemeente Grootegast als zoon van een timmerman. Een groot deel van zijn leven was hij als commies en analist werkzaam bij de Rijksbelastingen, sinds begin 1888 in Amsterdam. Daar woonde hij op verschillende adressen, zo werd Sophia in december 1898 geboren in de Rustenburgerstraat 252. In juni 1930 verhuisde hij naar de Jekerstraat 72-II waar hij in februari 1932 kwam te overlijden. Hij kan dus niet in november 1942 de deur voor Koos geopend hebben. Wie dan wel?
Op het adres Jekerstraat 72-II woonden in de oorlog zijn weduwe Jeanette Georgette Eijgenhuijsen, dochter Sophia, en van april 1942 tot eind juli 1943 de (hun?) dienstbode Jantje de Vries (geboren in 1922). Meer personen waarschijnlijk niet, al is dit niet geheel uit te sluiten. Het zal Sophia zelf, of Jantje, zijn geweest die de deur voor Koos open heeft gedaan. Waarschijnlijk niet haar moeder, die is dan al bijna 73 jaar.
Van der Laan heeft het verhaal duidelijk vanuit een oprecht hart geschreven en ook op een boeiende wijze. Soms vult hij details in die afwijken van feitelijke gegevens. Dit kan komen doordat hij zijn verhaal, gebaseerd op mondelinge overlevering, pas zo’n zestig jaar later heeft opgeschreven. Aansluitend bij haar levensovertuiging, die Van der Laan beschrijft, wil Sophia geen bijzondere rol voor haarzelf. Die eer wordt gegeven aan de overleden vader. Sophia en haar in 1973 overleden moeder waren in de oorlog echter wel degelijk ‘de reddingboot’ voor Koos.
Het huwelijk van Koos en Sophia vond plaats eind augustus 1946, de foto zal genomen zijn voor het portiek van Jekerstraat 72.
In het begin van de jaren 1990 heb ik mevrouw Van Messel op haar verjaardag enkele keren bezocht. Op verzoek en met een bloemetje van mevrouw Helmhout uit Grootegast, waarschijnlijk een nicht van haar en een buurvrouw van mijn ouders. Van mijn moeder hoorde ik over de man van mevrouw Van Messel: ‘In de oorlog heeft ze hem verzorgd en na de oorlog zijn ze getrouwd’. Mijn bezoeken aan haar heb ik steeds als bijzonder aangenaam ervaren. Over de oorlog werd niet gesproken, mevrouw Van Messel had een grote interesse in alles en iedereen in het heden. De reddingboot kwam wel ter sprake. ‘Waarom doneert u het geld nu niet, dan kunt u de boot zelf dopen’, zei een man van de KNRM tegen haar. Best een goed idee, was mijn reactie. Dat heeft ze dus niet gedaan. Die eer heeft ze, opnieuw, aan een ander gegeven.