Anna Roosnek is drie keer getrouwd geweest. Op 16 januari 1929 trouwt zij met Carel Diederik Marius Houtman te Medan, Nederlands-Indie. Zij keren in 1932 terug naar Amsterdam, samen met hun geadopteerde dochter Johanna Maria Anna Houtman (geboren 5 mei 1930).
In mei 1943 komt Anna Roosnek samen met haar geadopteerde dochter terecht in de Hollandsche Schouwburg. Johanna (Hans Houtman) wordt daarna ondergebracht bij een pleeggezin in Amsterdam.
Op 11 mei 1943 is Anna als mevrouw Houtman-Roosnek in kamp Westerbork geregistreerd. Zij verblijft daar tot 4 september 1944, waarna zij als onderdeel van de 'Gruppe Protestanten' - een transport van 2087 gedeporteerden, bestaande uit gedoopte Joden (protestanten) en de Barneveldgroep - naar Thersienstadt wordt gedeporteerd. Zij wordt op 6 mei 1945 daar met nog 850 andere Nederlanders aangetroffen. Zij keert op 14 juni 1945 terug naar Amsterdam. Haar geadopteerde dochter blijft op haar eigen verzoek bij het pleeggezin wonen. Anna overlijdt opa 22 oktober 1955 te Amsterdam. Zij is dan 59 jaar oud.