Addition

Van Curaçao naar Auschwitz

De op Curaçao geboren Abigaël Santcroos is het middelste kind van Haim Juda Israel Santcroos en Simha Mendes Chumaceiro, die beiden hun jeugd hebben doorgebracht in Amsterdam. Na het emeritaat van Abigaëls vader, die op Curaçao aan de synagoge verbonden was, keren haar ouders terug naar Amsterdam. Abigaël gaat mee. Mogelijk hebben zich dan al psychische problemen geopenbaard, die er uiteindelijk toe zullen leiden dat ze in 1909 wordt opgenomen in de Joodse psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bosch.

Grootvader Aron Mendes Chumaceiro is in 1849 in Amsterdam redacteur van het Nederlandsch-Israelietisch Nieuws- en Advertentieblad, het eerste Nederlandstalige joodse weekblad, en wordt in 1856 opperrabbijn van Curaçao. Drie jaar later trouwt zijn leerling Haim Juda Israel Santcroos in Willemstad met zijn dochter Simha Mendes Chumaceiro. De jonggehuwden vestigen zich op Curaçao waar ook hun vijf kinderen worden geboren: Lunita (1861), David (1862), Abigaël (1863), Jacob (1866) en Izaak (1871).

Willemstad is in de tweede helft van de negentiende eeuw volop in beweging. Steeds meer Joodse bewoners vestigen zich in de wijken ten oosten van de stadsmuren van Punda: vooral Pietermaai en later ook Scharloo. Het rommelt in die tijd in de Sefardische gemeenschap. Diverse Joods-Curaçaose handelaars zijn in New York in contact gekomen met het Amerikaanse reformjodendom. Hun roep om modernisering lijkt in eerste instantie aan dovemansoren gericht. De progressieven zetten door en richten, om hun eisen kracht bij te zetten, in 1862 de vereniging ‘El Porvenir’ (de Toekomst) op.

Op 5 juli 1863 schrijft Moses Nathan Nathan een brief aan Isaac Leeser in Jamaica, waarin hij een beschrijving geeft van de orthodoxe gemeenschap van Curaçao die hij bezocht:

The Revd. Mr. Santcroos is the first [dayan], he is the son-in-law of the chacham, and gives instruction in Hebrew & Religion to the youth of the Congregation, in the [midrash] a certain number of hours p[er] day; morning and evening. He is a very able man. In his and his father-in-law's society, I spent much of the 18 days I was at Curaçao. The wives of both are, I think, even more scrupulous than the husbands. They are very pious and charitable women, and their kindness to orphan children most touching. No shop or store is open among our (sic) on Sabbath or Holy day; even the second days are strictly kept

Eind december van dat jaar doet Haim Juda aangifte van de geboorte van Abigaël:

Heden den dertigsten december des Jaars Een duizend acht honderd en en drie en zestig Compareerde voor mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand op dit eiland Haim Juda Israel Santcroos, vader, geassisteerd door Abraham Jesurun en en Eliëzer Lopez Penha van competenten ouderdom en alhier woonachtig als getuigen Dewelke aangifte heeft gedaan dat op dingsdag den negenentwintigsten december des Jaars Een duizend acht honderd en en drie en zestig te negen ure des morgens geboren is: van het vrouwelijk geslacht, het kind voerende de naam van Abigaël zijnde in echt verwekt bij Haim Juda Israel Santcroos en Simcha Mendes Chumaceiro, alhier woonachtig.

Geboorteakte van Abigaël Santcroos (Nationaal Archief Curaçao. Burgerlijke stand Curaçao: Geboorteregister 1863 Stad, aktenummer 442).

Ook op zakelijk gebied zijn er in de gemeenschap tegenstellingen: het feitelijke monopolie dat Jacob Abraham “Shon Cochi” Jesurun heeft op de scheepvaart wordt aangevochten door een maatschappij gevormd door Salomon Elias Levy “Papa Monchi” Maduro en een aantal vennoten. Zij krijgen in 1864 de concessie om de stadsmuren af te breken. Met het puin dempen ze een deel van de zuidoever van het Waaigat, waardoor de De Ruyterkade wordt gevormd (nu: Sha Caprileskade). Er verschijnen pakhuizen en werven, waardoor er schepen kunnen worden gelost buiten de kades en pakhuizen van Shon Cochi, de scheepsmagnaat en rijkste man van het eiland, die berucht is vanwege zijn slechte behandeling van zijn slaven.

De religieuze en zakelijke tegenstellingen leiden tot een splitsing: de religieus vrijzinnige groep rond Jesurun staat tegenover de behoudende groep rondom Maduro. In 1864 scheiden de vrijzinnige oprichters van ‘El Porvenir’ zich af van de Nederlands Portugees Israëlitische Gemeente en vormen de Hervormde Israëlitische Gemeente Emanu-El.

Verbitterd, omdat het hem niet is gelukt de eenheid in de gemeenschap te bewaren, vestigt grootvader Chumaceiro zich in 1869 na zijn emeritaat in Amsterdam. Het gezin Santcroos woont dan in de Kerkstraat (nu: Hanchi Snoa), de straat waar de Mikvé Israelsynagoge gevestigd is. Haim Juda Israel is bestuurder bij de Spaarbank en vervult verschillende functies binnen de Joodse gemeenschap in Punda. Van huis uit is hij pedagoog (kweekschool Amsterdam, 1845) en godsdienstleraar. In Willemstad leidt hij de midrasj en is ook voorganger en assessor.

Haim Juda Israel Santcroos is als man van het eerste uur betrokken bij de eerste sociëteit van Curaçao, Sociëteit De Gezelligheid. In het eeuwboek ‘Honderd jaar gezelligheid in De Gezelligheid 1871 - 1971’ wordt op zijn lidmaatschap teruggekeken:

Santcroos is jarenlang lid gebleven en hij moet een vrolijk heerschap zijn geweest, want er is nogal eens sprake van, dat het bestuur maatregelen neemt om zijn al te grote levenslust op de club wat in te tomen.

Op 23 september 1877 treft het noodlot Curaçao. Orkaan ‘Tecla’ of ‘orkan grandi’ (grote orkaan in het Papiamentu) verwoest grote delen van de wijk Pietermaai aan de zuidkust van Curaçao. De schade is groot. Sergeant Levie Heijman Snoek, die op Curaçao in garnizoen ligt, neemt de schade aan de Emanu-El synagoge op: 5.000 gulden.

Ingestorte huizen op Pietermaai na de storm van 1877. Fotograaf onbekend. Nationaal Museum van Wereldculturen (Id. TM-60050769).

Het huis van voorganger Haim Juda Israel Santcroos – hij is blijkbaar verhuisd naar Pietermaai – raakt volledig verwoest. Zijn dochter Abigaël is dan 13.

Een week later schrijft de Curaçaose Courant:

In de Synagoge werd ll. Donderdag een buitengewone dienst gehouden onder leiding van den Eerw. Heer H. J. Israël Santcroos. Toepasselyke psalmen werden gezongen en eenige kapittels uit de Profeten in het Nederlandsch voorgelezen. Een gebed, dat de gemeente tot tranen bewoog, besloot de dienst. Eene by die gelegenheid gehouden collecte ten behoeve van alle noodlydenden zonder onderscheid van geloof, bragt de som van drie honderd en ettelyke gulden op.

In 1880 besluit de Nederlands Portugees Israëlitische Gemeente om hun doden voortaan te begraven op een terrein op Berg Altena, naast de begraafplaats die in 1864 is gesticht door de Hervormde Israëlitische Gemeente. Santcroos wijdt de nieuwe begraafplaats in. Ook in de dood is er nog geen verzoening: tussen beide begraafplaatsen wordt een muur gebouwd.

Op 63-jarige leeftijd gaat Haim Juda Israel terug naar Amsterdam, waar het gezin, bestaande uit vader, moeder en de 29-jarige Abigaël, in de zomer van 1891 aankomt.

Vijftien jaar later wordt Abigaël opgenomen in het Provinciaal Ziekenhuis nabij Santpoort in Bloemendaal. Haar ouders zijn te oud om nog voor haar te kunnen zorgen. Wanneer Het Apeldoornsche Bosch in 1909 zijn deuren opent, verhuist Abigaël daarheen. Ze is de 104e patiënt in de Joodse instelling. Ze is dan 47 jaar oud. Haar moeder leeft dan nog.

Als Abigaël Santcroos op 1 november 1942 door dr. Querido wordt onderzocht, luidt zijn oordeel: ‘Lijder aan schizophrenie in eindstadium. Zij is geheel verward, luidruchtig, bewegelijk, vernielzuchtig en onmaatschappelijk’. Hij beveelt dan ook aan om haar opname met een jaar te verlengen.

Zo ver komt het niet. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 wordt de instelling door de bezetter ontruimd. Die nacht worden 1.080 patiënten en 51 personeelsleden met de trein gedeporteerd naar Auschwitz. Abigaël is drie weken eerder 79 geworden. Ze is de laatste Curaçaose Santcroos. Haar jongste broer Izaak, koopman in Curaçao, is een halfjaar eerder kinderloos gestorven op het eiland.

Bronnen:

  • [s.a.]. Een vreeselyke dag. Curaçaose Courant, 6 oktober 1877, p. 2.
  • J. Blok en P.C. Molhuysen. ‘Chumaceiro, Aron Mendes’ in: Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6 (1924).
  • Ron Gomes Casseres. ‘Van afscheiding tot reünie’ in: Antilliaans Dagblad (24-11-2014).
  • Goudeket, ‘De Vrijzinnig‑Israëlitische Gemeente 'Emanu‑El'’ Christoffel Jaarg. 1, No. 4 (November 1955), pp. 152-159.
  • Norbert Hendrikse. Familieverhaal Snoek : Een Snoek op reis van Amsterdam naar Curaçao. http://norberthendrikse.nl/famsnoek.htm
  • Nathan Nathan Moses. Letter to Isaac Leeser, sent from Kingston, Jamaica, on 5 July 1863, Arnold and Deanne Kaplan Collection of Early American Judaica (University of Pennsylvania), Call Number: Arc.MS.56. http://ubuwebser.cajs.upenn.edu/documentDisplay.php?id=LSKAP0040
  • Gelders Archief, Arrondissementsrechtbank en Parket van de Officier van Justitie te Zutphen, toegang 0517, inventarisnummer 2701: 1942, No. 3381.
  • Nationaal Archief Curaçao. Burgerlijke stand Curaçao: Huwelijksregister 1859 Stad, aktenummer 41; Geboorteregister 1861 Stad, aktenummer 113; Geboorteregister 1862 Stad, aktenummer 147; Geboorteregister 1863 Stad, aktenummer 442; Geboorteregister 1866 Stad, aktenummer 351; Geboorteregister 1871 Stad, aktenummer 3.
  • Stadsarchief Amsterdam, Overgenomen delen, archiefnummer 5416, inventarisnummer 211, blad 129.