De stoffelijke resten van de Joodse verzetsman Bernard Luza zijn na tachtig jaar geïdentificeerd. Na een DNA-verwantschapsonderzoek werd een match gevonden met de resten in een naamloos graf op het Nationaal Ereveld Loenen.
De Amsterdammer Luza werd op 11 november 1942 gearresteerd tijdens een razzia bij de textielfabriek Hollandia-Kattenburg. In die fabriek zou een groep hebben opgeroepen tot sabotage van de textielproductie voor de Duitsers. Ook zou de illegale communistische verzetskrant De Waarheid zijn verspreid. Luza werd gezien als een van de leiders van die groep.
Luza zat na zijn arrestatie vast in het Oranjehotel in Scheveningen, Kamp Amersfoort en in Utrecht. Op 15 februari 1943 werd hij geëxecuteerd op een schietbaan in de buurt van Schiphol. Bij die schietbaan werden twee jaar later vier lichamen opgegraven, waarvan er twee niet te identificeren waren.
Dat het lichaam van Luza pas na tientallen jaren kon worden geïdentificeerd, komt doordat veel van zijn familieleden zijn vermoord in vernietigingskampen. Een jongere zus van Luza wist hieraan te ontkomen en verhuisde na de oorlog naar Australië. Daar groeide ook haar zoon, de neef van Luza, op.
De Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) wist de neef uiteindelijk op te sporen. Via hem kon uiteindelijk de match met het onbekende graf worden gelegd. "Voor de nabestaanden is na ruim tachtig jaar eindelijk zekerheid over het lot van hun vermiste familielid", concludeert de BIDKL.
Bron: Nu.nl