Geschreven door Renate Asch op 20 februari 1939 voor haar klasgenootje Janneke Lamme.
Het gedicht dient gelezen te worden in de volgorde van de nummers voor de regels.
op 17 aug '41 schreef de directeur,
Dhr. S. Haabema :
denheerwethouder voor onderwijs, Hierbij doe ik u toekomen de lijst met naam en adres van de joodse leerlingen.
Renate Charlotte Asch staat ook op deze lijst.