Addition

Galileïplantsoen 2, Amsterdam

Rita werd ondergebracht bij de werkgever van Frits Degen. Deze was zelf joods, maar gemengd gehuwd en ondergedoken bij zijn eigen vrouw. Rita had het hier niet makkelijk. Ze mocht niet naar school en moest zich in de speeltuin verschuilen, als er bezoek kwam dat de familie niet vertrouwde. Vooral als ‘tante Loes’ kwam was men voorzichtig. Zij was getrouwd met een NSB’er. Op een gegeven moment kwam “Tante Loes” Rita toch op de trap tegen.

“De deur was dicht, ik belde aan, van boven werd de deur met zo’n touw opengetrokken, en halverwege de trap stonden mijn oom en tante Loes. Zij keek mij aan: ‘Zo, en wie ben jij?’ Foute boel, dat wist ik meteen.”

Het onderduikadres was niet meer veilig. Na een verblijf van bijna een jaar moest Rita weg.