Op 17 september 1942 werd het gezin Stahl van huis gehaald tijdens een razzia waarbij speciaal joden van Roemeense en Hongaarse afkomst werden gearresteerd. Omdat het echtpaar zei dat hun jongste zoontje erg ziek was, en een haastig geraadpleegde arts hier inderdaad een attest voor afgaf, kreeg mevrouw Stahl toestemming met haar kinderen thuis te blijven. Ignacz Stahl werd wel meegenomen en naar Westerbork gebracht. Hoewel hij en zijn gezin op de Weinreb-lijst stonden, leverde dit hem geen uitstel van deportatie op: hij werd vrijwel onmiddellijk doorgestuurd naar Auschwitz.
In december 1942 werden zijn vrouw en kinderen van huis gehaald, die op grond van hun Weinreb-Sperre wél uitstel van deportatie kregen in Westerbork. Korte tijd later arriveerden uit Zwitserland hun papieren waaruit bleek dat ze de Roemeense nationaliteit hadden (die ze overigens niet echt bezaten, want het gezin was statenloos). Op grond van deze papieren mochten moeder en kinderen tot april 1944 in Westerbork blijven en daarna zijn ze naar Ravensbrück overgebracht. Allen overleefden de oorlog.
Bron: 'Rapport door het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie uitgebracht aan de minister van Justitie inzake de activiteiten van drs. F. Weinreb gedurende de jaren 1940-1945, in het licht van nadere gegevens bezien', Mr. D. Giltay Veth & A.J. v/d Leeuw. Den Haag, 1976.