Max Meiler wordt op 12 juni 1893 in Nijmegen geboren. Hij is koopman van beroep en sedert 4½ jaar gescheiden van Jacoba Nelie Johanna Kabos, als hij begin 1941 op de Keizersgracht 178 (of 180?) in Amsterdam woont.
Eind februari van dat jaar hoort hij dat in een aangrenzend bankgebouw 's avonds laat het Wilhelmus wordt gezongen. Dit overtuigt hem ervan dat het bij de bank inwonende gezin van de conciërge te vertrouwen is. De volgende dag meldt hij zich bij dat gezin met de vraag of dat wil helpen met het zo nu en dan laten overnachten van joodse jongens en/of onderduikers die hij vanuit Noord-Holland benoorden het IJ helpt te ontkomen naar Limburg. Dit gebeurt een aantal malen, totdat van Meiler bij een routinecontrole in de trein zijn vervalste papieren worden ontdekt. Hij wordt opgepakt en naar Westerbork afgevoerd.
Het voorafgaande is wat de dochter van de conciërge zich herinnert.
Addition
Max Meiler
Max Meiler helpt joodse jongens en/of onderduikers, maar loopt tegen de lamp.