Hoewel de voornamen niet overeenkomen met de officiële geboortenamen, is het mijn inziens zeer aannemelijk dat het hier zeker gaat om Mirjam Braadbaart.
Nederlandse Jurisprudentie 1950 No. 478
Bewindvoerder: E. Benedictus en S. van der Koogh, eisers voor Marianne Braadbaart te Dordrecht, tegen A. Reus, te Dordrecht, gedaagde.
Dat niet wordt betwist dat gedaagde A. Reus onder zich heeft de litigieuze gelden en geldswaardige papieren, behorende tot
het vermogen van Marianne Braadbaart voornoemd.
Gedaagde weigert deze onderhavige gelden en geldswaardige papieren af te geven aan de bewindsvoerder, omdat art 92 van het besluit herstel rechtsverkeer aan ieder die in enigerlei rechtsbetrekking staat tot een afwezige en die zaken of bescheiden onder zich heeft of onder zijn beheer heeft, de verplichting oplegt, aan de door de Raad voor het Rechtsherstel benoemde bewindvoerder daarvan mededeling te doen, doch niet rept over een plicht tot afgifte van dier goederen.
Als bijkomende argument om de bescheiden niet aan de bewindvoerder
af geven is de overeenkomst die gedaagde met Marianne heeft afgesproken, dat indien Marianne niet terugkeert deze bescheiden aan haar zuster Rosette
moeten worden afgedragen, en indien Rosette niet terugkeerd, aan haar
zuster Seth, en indien enz. aan haar broer leendert, en indien enz. zijn twee kinderen.
En indien geen van voornoemde personen terugkeren, gedaagde de plicht door
Marianne was opgelegd deze geldswaardige bescheiden aan een Israëlitische instelling van weldadigheid als gedaagde daarvoor zou aanwijzen, zou moeten afdragen.
De rechter beveelt gedaagde tot afgifte van de genoemde gelden en geldswaardige papieren aan de bewindvoerder.