Jack (Jacques) zat vanaf 1 november 1937 op de Amsterdamse dovenschool. Volgens de gegevens van de school was hij “doofstom, waarschijnlijk aangeboren”.
Tevens staat genoteerd dat hij op 20 mei 1943 vertrok “… als Jood naar Duitschland”.
Het beroep van vader Ancona was sigarenmaker.
Een ooggetuige vertelt dat Lena op een dag Jack van school kwam halen en in paniek was over hun mogelijke gedwongen vertrek. Jack zei toen dat hij zich geen zorgen maakte. Lena was groot en kon makkelijk gepakt worden, maar hij was klein en kon tussen de benen van de Duitse soldaten wegrennen.
Jack staat vermeld op de lijsten van transportnummer 65 dat op 25 mei 1943 uit Westerbork vertrok en op 28 mei 1943 in Sobibor aankwam. Dit transport bevatte 2862 gedeporteerden, waaronder 676 kinderen.
Jack staat in het boek In Memoriam vermeld op pagina 491, zonder foto.
Jack had twee dove zussen: Esther de Vries-Ancona en Lena Ancona.