Mozes Roodveldt noemde zich 'Max'. In de politieke beweging waarin hij later actief was stond hij als 'M.I. Roodveldt' geregistreerd, een verwijzing naar zijn vader 'I.M. Roodveldt'. Bosjesmaker, sloper. Zijn vrouw en hij hadden zes kinderen, waarvan er een jong overleed. Hij was secretaris van de Landelijke Federatie van Bouwvakarbeiders en lid van de Hooge Raad van Arbeid, in 1921 werd hij gemeenteraadslid in Amsterdam. Met Jan Kramer, A. Schouten, Jan H. Rogge en N. Poort zat hij begin jaren dertig in de commissie van voorbereiding van de VVSO-Hilversum, een culturele organsiatie van de OSP. Zijn overlijden werd door zijn weduwe na de oorlog bekend gemaakt in Spartacus. Weekblad van de Communistenbond. Dit betekent dat hij tijdens de oorlog aangesloten was bij het MLL-front, de illegale opvolger van de RSAP.
Bron: prive-archief Bart de Cort; http://www.aaap.be/Pages/Spartacus-Weekblad.html