Op 15 november 1942, dus vandaag 78 jaar geleden, wordt Levie Worms (43 jaar) omgebracht, door uitputting, ziekte of executie. Na het bombardement op Rotterdam komt hij met zijn gezin terecht in Schiedam, Broersveld 101a. Op transport naar Auschwitz wordt hij in Kosel uit de trein gehaald, om tewerkgesteld te worden in Extern Kommando Bobrek. Althans, zo luidt het….
De levensbeschrijving van het gezin Worms is al eerder gepubliceerd op de website van de stichting Stolpersteine Schiedam, onder “Verhalen”:
Op 3 mei van dit jaar zijn we begonnen met het publiceren van een bericht op iemands sterfdag, ter gelegenheid van 75 jaar na het einde van WO2. Het is een goede aanleiding gebleken om op zoek te gaan naar nieuwe of extra informatie, om daarmee de levensbeschrijving aan te vullen.
Zo ook voor het bericht over het leven en de dood van Levie Worms. Door extra onderzoek hebben we een foto van Broersveld 101a gevonden in de Beeldbank van het Gemeentearchief Schiedam; een foto uit 1941 dus toen het gezin van Levie Worms daar woonde, op de eerste verdieping.
Op dat Schiedamse adres zijn Levie Worms, zijn vrouw Henrietta (Jet) Worms-Katan en hun twee zonen terecht gekomen nadat bij het bombardement op 14 mei 1940, hun woning aan de Warmoezenierstraat 43 te Rotterdam, onbewoonbaar was geraakt. Ze verblijven eerst nog even in de Soetendaalseweg 14b, bij Wilhelmus Gerardus Theodorus van Elck, een schrijnwerker. Op de gezinskaart van Levie Worms worden ze pas per 2 augustus 1940 op dat adres geregistreerd, om op 12 augustus 1940 alweer te vertrekken naar Schiedam.
Levie wordt geboren op 4 maart 1899 in Amsterdam, Jet Katan drie jaar eerder in Rotterdam op 10 april 1896. Ze leren elkaar kennen omdat Jet een nichtje is van Levie’s stiefmoeder (Elisabeth Katan) na het overlijden van zijn biologische moeder, Rosa Sarfatij. Levie trekt in 1918 alvast in bij zijn aanstaande schoonouders en hij en Jet trouwen op 3 december 1919 in het oude stadhuis van Rotterdam.
Levie is eerst magazijnbediende, en later koopman in diverse goederen op het adres in de Jonker Fransstraat waar zijn schoonvader een afbetalingsmagazijn heeft. Blijkbaar staat de schoonzoon in de zaak.
De eerste zoon wordt op 27 augustus 1920 geboren; hij heet Moses Israël. De tweede zoon wordt Israël Marcus genoemd; zijn geboorte is pas in 1932, op 5 december. De broers schelen dus zo’n twaalf jaar. Als de oorlog uitbreekt werkt Moses Israël al als reiziger in papierwaren en gaat zijn broertje van zeven nog naar de lagere school.
Moeder en haar jongste zoon arriveren tussen 3 en 5 oktober 1942 in Kamp Westerbork. Dat is vóór de zwarte dagen van 23, 24 en 25 november 1942 wanneer in Schiedam vele joodse inwoners worden opgepakt. Vermoedelijk is Levie er op dat moment ook al bij of wordt hij kort daarna bij zijn vrouw en tweede zoon gevoegd. Ze gaan op 16 oktober op transport naar Auschwitz. Wellicht hebben ze dan nog contact gehad met hun oudste zoon die op 13 oktober 1942 in Kamp Westerbork aankomt maar niet op hetzelfde transport wordt gezet.
Moses Israël gaat vier maanden later op transport, op 16 februari 1943; hij arriveert in Auschwitz op 19 februari 1943 en wordt op “die Rampe” geselecteerd om te werken… tot de dood erop volgt, op 30 april 1943. Moses wordt maar 22 jaar oud. Zijn broertje is een half jaar ervoor vergast, samen met zijn moeder, direct na aankomst in Auschwitz op 19 oktober 1942.
En Levie? Tot voor kort wisten we vrij zeker dat Levie op het station Kosel (Cosel) uit de trein is gehaald om te werk te worden gesteld in het buitencommando Bobrek. Het Extern Kommando Bobrek is een subkamp van Auschwitz, zo’n honderd kilometer ten westen van Auschwitz; er wordt in die omgeving gewerkt aan een weg en een spoorbaan maar er zijn ook mensen nodig voor de fabricage van elektrotechnische apparaten voor vliegtuigen en U-boten, in de Siemens Schuckert Werke, de voorloper van het huidige Siemens.
Enige tijd geleden zijn de Arolsen archieven opengesteld. Voor dit sterfdagbericht voor Levie Worms hebben we zijn archiefkaart bestudeerd:
Rechts naast “gehuwd” staat schuinoplopend “16 – 10 – ’42 Tr.”; die datum klopt met de transportdatum van Henrietta Worms-Katan en zijn jongste zoon. Levie is dus met Jet en Israël Marcus op transport gegaan.
De onderste regels zijn lastiger te interpreteren. Links onderaan staat iets als “med.” en “J.R.” (voor Joodse Raad); en tussen haakjes lijkt te staan “Prof. Cohen”, één van de twee voorzitters van de Joodse Raad van Amsterdam.
De datum van zijn dood, 15 november 1942, staat er ook en rechts onderaan een tekst die tot vraagtekens leidt: “te Reüthen begraven”. Is dat bij Bobrek of Kosel in de buurt? Er is nader onderzoek nodig om meer te weten te komen over de laatste maand in het leven van Levie Worms. Gaat het om Reuthen in het huidige Felixsee? Dat ligt veel verder van Kosel en Auschwitz. Is hij dan ingezet aan die weg of die spoorbaan, of als goedkope arbeidskracht bij een boerderij te werk gesteld?
We hopen binnenkort meer duidelijkheid te kunnen geven. Om recht te doen aan Levie Worms en zijn nabestaanden.
Op het Broersveld, voor nummer 101a, liggen Stolpersteine, om te herinneren aan Levie Worms, zijn vrouw Henrietta Worms-Katan en zijn zoons Mozes Israël en Israël Marcus door hun naam te lezen en al doende voor hun vieren het hoofd te buigen.