Addition

Doctor Joseph Reicher

uit Jaap van Gelderen, geschiedenis van de Joodse gemeente in Kampen 1975

Bron: Jaap van Gelderen, ‘Veilige stad… Schets van de geschiedenis van de Joodse gemeente in Kampen’ (Kampen 1975, p. 165). 

Tot de kring van de intelligentsia behoorde doctor Joseph Reicher (1821-1889). Geboren in Leer (Oost-Friesland) werd hij na zijn medische studie in Groningen geneesheer in Kampen. Zijn ouders Gumpers Reicher [1779-1854] en Margaretha Daniels [1786-1857], gingen met hem naar de IJsselstad, de oude vader vereerde de synagoge met geschenken, terwijl de zoon in 1867 lid werd van het Kerkbestuur. Ook was hij in deze tijd lid van de Loge van Vrijmetselaars; zijn echtgenote [Betje de Beer (1827) uit Utrecht afkomstig] had enkele functies in Joodse vrouwenverenigingen. De ambities van Reicher lagen echter nog verder dan een artsenpraktijk alléén: in 1854 wordt hij tevens directeur van de (particuliere) gasfabriek [nabij de Koornmarktspoort gelegen]. Deze onderneming bleek echter een zakelijke mislukking zodat de Gemeente Kampen zélf de hand aan de ploeg wil slaan met een Gemeentelijke Gasfabriek, zij zegde de concessie aan de particuliere onderneming op. Reicher, die inmiddels óók stadsarts was geworden solliciteerde mede (met 40 anderen) naar de post van directeur; en buiten de voordracht van B. & W. om werd hij in 1873 door de Raad benoemd tegen een goed salaris (ƒ1800,-- per jaar) en gunstige werktijden. Zijn baan als stadsarts moest hij opgeven, particuliere patiënten (volgens getuigenissen was de man een voortreffelijk medicus) mocht Reicher behouden. Had hij wellicht van gasfabricage weinig verstand, een zekere populariteit bezat hij wel onder de Kampenaren. Na zijn dood (in 1888 was hij naar Amsterdam vertrokken) brachten vele particulieren geld bijeen om een gedenkteken te plaatsen op zijn graf op de [Nederl. Isr.] begraafplaats te IJsselmuiden. Een zoon van hem, Albrecht Felix [Reicher] (1858-1937), werd leerling van de kunstacademie in Amsterdam; hij schilderde stillevens en stadsgezichten en was ook etser; [hij was secretaris van de kunstenaarsvereniging ‘Arti et Amicitae’] [De oudste zoon, Lodewijk Theodorus Reicher (1857-1943), werd doctor in de wis- en natuurkunde te Groningen en docent in de chemische wetenschappen aan de Stedelijke Universiteit van Amsterdam.]

Bron: Het boekje, een overdruk uit een verzamelbundel, is niet meer leverbaar. Tussen haken [] enige nadere gegevens.

Het nog bestaande woning van de familie Reicher, lag op de grens van de stad Kampen en het voormalige dorp Brunnepe: nabij de gemeentelijke gasfabriek was namelijk een ‘neutraal’ trefpunt gezien de animositeit tussen de twee stadsdelen, ‘Bij Reicher’ was lange jaren een staande uitdrukking. Het echtpaar Reicher-de Beer had, had gezien hun lange jaren lidmaatschap in Kampen, een plek op de Joodse begraafplaats die in IJsselmuiden was gelegen. JvG