Addition

Marcus Cohen

MARCUS COHEN
Gorredijk, 17.10.1901 - Auschwitz, 28.02.1943

 

Op 14 mei 1940 deed Max (Marcus) Cohen, samen met zijn huisgenote, een zelfmoordpoging. Dit werd ontdekt en zij werden in bewusteloze toestand naar het ziekenhuis gebracht.

Max was de benjamin van het uit vijf kinderen bestaande Gorredijkse slagersgezin Cohen. Toen zijn twee oudste broers David en Hartog een slagerij begonnen in Den Haag besloten zijn ouders zich bij hun jongens te voegen. Max moest daarom in 1919 een half jaar in de kost in Heerenveen om zijn middelbare school af te maken. Na het behalen van zijn diploma voegde hij zich onmiddellijk bij zijn familie in Den Haag.

Dat Max geen slager wilde worden wist hij zeker. Hij hield van mooie kleding, cultuur en van mannen. Voor de hard werkende Cohennen was het wel eens moeilijk met hun gevoelige zoon en broer om te gaan, maar zij steunden hem waar zij konden en Max werd procuratiehouder in het zich steeds verder ontwikkelende slagersbedrijf van zijn broers.

Na de dood van zijn ouders besloot Max in 1935 zijn leven om te gooien. Hij begon een nieuwe carrière in de mode en verhuisde naar België, waar hij een nieuwe vriendenkring opbouwde. Vier jaar later kwam hij terug naar Den Haag en werd daar chef boekhandel bij De Bijenkorf.

Max moet al op de hoogte geweest zijn van het feit dat homoseksualiteit binnen het gedachtengoed van de nazi’s een misdrijf was. Dat gecombineerd met zijn Joods-zijn vormde de dubbele dreiging, die hem en zijn huisgenote na de Duitse inval tot een zelfmoordpoging dreven.

Max herstelde uiteindelijk en moest toezien hoe in maart 1941 het uitstekend bekend staande en zeven vestigingen tellende slagersbedrijf van zijn oudste broer David onder beheer gesteld werd.
In de zomer van 1942 werd hij samen met zijn broer David naar het Joodse werkkamp Hijkersmilde bij Oranjekanaal gestuurd. Na de ontruiming in de nacht van 2 op 3 oktober op Jom Kippoer (Grote Verzoendag) moesten de mannen lopend naar Westerbork, waar zij tussen 3 en 5 oktober aankwamen.

Op 19 oktober 1942, twee dagen na Max’ 41ste verjaardag werden hij en zijn broer David op transport gesteld naar Auschwitz. Zijn juiste sterfdatum is niet bekend. Vermoed wordt dat Max, gezien zijn leeftijd, geselecteerd is voor dwangarbeid en van zijn transport was uiterlijk 28 februari 1943 niemand meer in leven. Dit werd de algemene sterfdatum voor deze groep dwangarbeiders.