Michel Prins was een buitenechtelijke zoon van Rachel Prins. Ongeveer 10 maanden na zijn geboorte is hij opgenomen in een tehuis voor ongetrouwde moeders en hun kinderen, Tehuis Annette. Dit was een tehuis voor kinderen van alle gezindten aan de Albertingk Thijmstraat 36-40 in Amsterdam. Zijn moeder is vervolgens uit de voogdij gezet en dit is overgegaan op de Joodse organisatie Misgab Lajeled (Toevlucht voor het kind). Hij is als pleegkind opgenomen geweest in het gezin van Andries Meijer Prins (1851; zeer waarschijnlijk zijn grootvader) en later in het gezin van Leendert Jozef van Gelder (1851) en Susanna Gans (1860).
Op 28-08-1935 trouwt Michel met Marianna Aronius en op 3-1-1937 wordt hun dochter Betje geboren. Voor de oorlog is Michel werkzaam als kelner en later, sinds Augustus 1935, als leider van begrafenissen namens de Israëlitische Begrafenis-Vereniging OZMA (Ohabé Zedaka Menachem Abelim). Het gezin van Michel is bij de grote razzia van 20-06-1943 opgepakt en naar Westerbork afgevoerd. Allen zijn op 29-06-1943 op transport naar kamp Sobibor gezet. In dit transport zaten 2396 personen, geen van hen heeft het overleefd.
Op de JR-kaart van Marianna staat nog aangetekend dat er van haar op 7 September 1943 nog een bericht ontvangen is. Zeer waarschijnlijk is zij bij de opstand in het kamp omgekomen of kort daarna dood geschoten.
Bronnen;
- Stadsarchief Amsterdam
- Arolsen Archives
- Stichting Sobibor: sobibor.org