Addition

Overleving dankzij gemengd huwelijk

Esther was een dochter van David Roeg en Sara Lip.
Zij huwde in 1923 met een niet-joodse man en werd voor dit feit door het merendeel van haar Joodse familie verstoten. Het echtpaar vestigde zich in Den Haag en kreeg 4 kinderen. Op grond van haar afkomst  moest Esther tijdens de oorlog de Jodenster dragen, maar verborg deze in het openbaar vaak onder extra overkleding om zo min mogelijk op te vallen. Dit ging een keer bijna fout toen ze op straat door een politieman als Jodin werd herkend en aangesproken. Gelukkig wist Esther zich uit deze situatie te redden. Omdat Esther, als zgn. gemengd gehuwde met kinderen, behoorde tot de groep Joodse landgenoten, die waren vrijgesteld van deportatie, kon Esther de oorlog overleven. Als voorwaarde voor deze vrijstelling gold verder een "vrijwillige sterilisatie", maar gezien haar leeftijd hoefde Esther ook dit niet te ondergaan.    
Naast Esther overleefde, van de 9 kinderen van David Roeg en Sara Lip,  haar oudste broer Benjamin, die tijdig naar Engeland wist te vluchten. Ook haar jongste broer Philip, die aanvankelijk als dwangarbeider aan de Moerdijk tewerk werd gesteld en in maart 1944 werd gedeporteerd naar Auschwitz, kon de holocaust overleven.